26Het is naar het woord poer dat deze dagen Poeriem worden genoemd.
Daarom – vanwege de inhoud van het schrijven van Mordechai, en vanwege alles wat ze hadden meegemaakt en wat hun was overkomen – 27namen de Joden de verplichting op zich om deze beide dagen nooit ongemerkt voorbij te laten gaan, maar ze elk jaar te vieren op de voorgeschreven wijze en op de vastgestelde tijd. Ze wilden dit tot een vast gebruik maken voor zichzelf en voor hun nakomelingen, en voor allen die zich bij hen zouden aansluiten. 28De herinnering aan deze dagen moest levend gehouden worden: ze moesten worden gevierd door elke generatie en door elke familie, in iedere provincie en in iedere stad. Nooit mocht de viering van deze poeriemdagen bij de Joden in onbruik raken, en ook bij hun nakomelingen mochten ze niet in vergetelheid raken.
29Koningin Ester, de dochter van Abichaïl, stelde samen met de Jood Mordechai een tweede schrijven op om Poeriem nadrukkelijk verplicht te stellen. 30Er werden brieven gestuurd naar alle Joden in alle honderdzevenentwintig provincies van Ahasveros’ koninkrijk, met woorden van vrede en trouw. 31Daarin werd de viering van Poeriem op de vastgestelde tijd verplicht gesteld: ze moesten zich houden aan wat de Jood Mordechai hun had opgelegd – ook koningin Ester legde hun dit nu op – en de verplichtingen nakomen die zij voor zichzelf en voor hun nakomelingen waren aangegaan wat betreft vasten en weeklagen. 32Esters bevelschrift bevatte bindende voorschriften voor de poeriemdagen, en de inhoud ervan werd te boek gesteld.
Ester 10
Mordechais aanzien
1Koning Ahasveros legde zowel het vasteland als de eilanden voor de kust belasting op. 2Al zijn machtige daden en krijgsverrichtingen zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Medië en Perzië, evenals alle bijzonderheden over de hoge positie die hij Mordechai had gegeven. 3Mordechai, de Jood, volgde in rang immers onmiddellijk op koning Ahasveros. Hij stond bij de Joden in aanzien en was geliefd bij al zijn volksgenoten, want hij streefde het geluk van zijn volk na en zette zich in voor de vrede van allen die tot dit volk behoorden.