Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

12 augustus - Deuteronomium 25:1-10

Bijbeltekst(en)

Deuteronomium 25

1Wanneer twee mannen een geschil hebben en ermee naar de rechter gaan, en in het vonnis wordt de een vrijgesproken en de ander veroordeeld, 2dan moet de rechter de schuldige, als die tot stokslagen veroordeeld is, op de grond laten neerleggen en hem in zijn bijzijn het aantal slagen laten toedienen dat past bij het misdrijf. 3Ten hoogste veertig stokslagen mogen hem gegeven worden, niet meer. Anders wordt er geen maat gehouden, en zou een volksgenoot voor uw ogen zijn eer verliezen.

4U mag een rund bij het dorsen niet muilkorven.

5Wanneer twee broers bij elkaar wonen en een van hen sterft zonder dat hij een zoon heeft, dan mag zijn weduwe niet de vrouw worden van iemand buiten de familie. Haar zwager moet met haar slapen; hij moet haar tot vrouw nemen en de zwagerplicht tegenover haar vervullen. 6De eerste zoon die zij baart geldt dan als zoon van zijn gestorven broer, opdat diens naam onder het volk van Israël niet wordt uitgewist. 7Maar als de man weigert met zijn schoonzus te trouwen, dan moet zij naar de stadsoudsten in de poort gaan en zeggen: ‘Mijn zwager weigert de naam van zijn broer te laten voortleven onder het volk van Israël. Hij weigert zijn zwagerplicht tegenover mij te vervullen.’ 8Dan moeten de stadsoudsten hem erop aanspreken. Als hij blijft bij zijn weigering om met zijn schoonzus te trouwen, 9moet zij ten overstaan van de oudsten op hem afgaan, hem zijn sandaal uittrekken en hem in zijn gezicht spugen, waarbij ze hem toevoegt: ‘Zo vergaat het de man die zijn broer nageslacht onthoudt.’ 10En bij de Israëlieten zal zijn familie bekendstaan als de familie Zonderschoen.

Deuteronomium 25:1-10NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons