Ruth en Noömi – 2 februari
Bijbeltekst(en)
We lezen de komende weken over Ruth. Deze week lezen we dat Ruth ervoor kiest om met haar schoonmoeder Noömi mee te gaan naar Betlehem.
Noömi stuurt Ruth in eerste instantie terug: ze kan beter in haar eigen land trouwen en daar een toekomst opbouwen. Kinderen waren in die tijd heel belangrijk, zij konden voor je zorgen als je oud was. Noömi kan haar schoondochter dus geen toekomst geven.
Maar Ruth wil beslist mee naar Betlehem, dat laat ze merken door iets bijzonders te zeggen: ‘Waar u heen gaat, daar ga ik heen. Waar u woont, daar wil ik ook wonen. Uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.’ Hiermee zegt Ruth dat ze echt voor Noömi en voor de God van Israël kiest.
Maar ook al gaat Ruth met haar mee, Noömi blijft ongelukkig, want ze komt zonder man en (klein)kinderen terug in Betlehem. Daarmee komt ze terug zonder toekomst.
Noömi betekent: de gelukkige, maar ze voelt zich niet gelukkig. Ze laat zich Mara noemen, dat betekent: de ongelukkige.
De naam Ruth betekent: vriend. Ruth blijft ondanks alles bij Noömi!
Vraag
Heb jij een vriend of vriendin, die er altijd voor je is? En voor wie ben je een vriend of vriendin?