Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Ruth en Noömi – 2 februari

Bijbeltekst(en)

6Toen Naomi hoorde, daar in Moab, dat de HEER zich het lot van zijn volk had aangetrokken en het weer brood had gegeven, maakte ze zich samen met haar twee schoondochters gereed om Moab te verlaten en terug te keren. 7Samen met hen verliet ze de plaats waar ze gewoond had en ging terug naar Juda. Maar eenmaal onderweg 8zei Naomi: ‘Gaan jullie nu maar allebei terug naar het huis van je moeder. Moge de HEER zo goed voor jullie zijn als jullie voor mij en mijn gestorven zonen zijn geweest. 9Moge Hij ervoor zorgen dat jullie allebei geborgenheid vinden in het huis van een man,’ en ze kuste hen. Toen barstten zij in tranen uit 10en zeiden: ‘Maar we willen met u terugkeren naar uw volk!’ 11‘Ga terug, mijn dochters,’ zei Naomi, ‘waarom zouden jullie met mij meegaan? Kan ik soms nog zonen krijgen die jullie mannen kunnen worden?

Ruth 1:6-11NBV21Open in de Bijbel

14Opnieuw begonnen zij te huilen. Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth week niet van haar zijde. 15‘Kijk, je schoonzus gaat terug naar haar volk en haar god,’ zei Naomi, ‘ga haar toch achterna!’ 16Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. 17Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Alleen de dood zal mij van u scheiden, en anders mag de HEER met mij doen wat Hij wil!’ 18Naomi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan en drong niet langer aan. 19Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem.

Hun aankomst in Betlehem baarde veel opzien. Overal in de stad riepen de vrouwen: ‘Dat is toch Naomi?’ 20Maar ze zei tegen hen: ‘Noem me niet Naomi, noem me Mara, want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt. 21Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen. Waarom mij nog Naomi noemen, nu de HEER zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan?’ 22Zo kwam Naomi terug uit Moab, samen met haar schoondochter Ruth, de Moabitische. Ze kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.

Ruth 1:14-24NBV21Open in de Bijbel

We lezen de komende weken over Ruth. Deze week lezen we dat Ruth ervoor kiest om met haar schoonmoeder Noömi mee te gaan naar Betlehem.
Noömi stuurt Ruth in eerste instantie terug: ze kan beter in haar eigen land trouwen en daar een toekomst opbouwen. Kinderen waren in die tijd heel belangrijk, zij konden voor je zorgen als je oud was. Noömi kan haar schoondochter dus geen toekomst geven.
Maar Ruth wil beslist mee naar Betlehem, dat laat ze merken door iets bijzonders te zeggen: ‘Waar u heen gaat, daar ga ik heen. Waar u woont, daar wil ik ook wonen. Uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.’ Hiermee zegt Ruth dat ze echt voor Noömi en voor de God van Israël kiest.
Maar ook al gaat Ruth met haar mee, Noömi blijft ongelukkig, want ze komt zonder man en (klein)kinderen terug in Betlehem. Daarmee komt ze terug zonder toekomst.
Noömi betekent: de gelukkige, maar ze voelt zich niet gelukkig. Ze laat zich Mara noemen, dat betekent: de ongelukkige.
De naam Ruth betekent: vriend. Ruth blijft ondanks alles bij Noömi!

Vraag
Heb jij een vriend of vriendin, die er altijd voor je is? En voor wie ben je een vriend of vriendin?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons