Nader tot God
Bijbeltekst(en)
Jakobus 4
Onderwerp u aan God
God kan soms ver weg lijken: hoog in de hemel op zijn troon, in al zijn macht en majesteit. Het contrast met ons, kleine en onvolmaakte mensen, kan haast niet groter. Maar hoewel God inderdaad al die dingen is – volmaakt, almachtig, alwetend – is Hij niet een God die ver weg wil zijn. Integendeel, op allerlei plekken in de Bijbel zien we dat God dicht bij zijn mensen wil zijn. Hij wil zelfs te midden van hen wonen (Exodus 25:8).
Maar we lezen ook hoe vaak het misgaat. Het volk Israël is vaak ongehoorzaam en loopt achter andere goden aan. En ook in ons leven gebeurt het dat we God vergeten en in beslag genomen worden door andere dingen. Juist op die momenten nodigt God ons uit om tot Hem te naderen, om dicht bij Hem te komen. ‘Keer terug naar mij,’ zegt Hij, ‘dan zal ik naar jullie terugkeren’ (Zacharia 1:3, Maleachi 3:7).
In die woorden gaat dezelfde belofte schuil als in de woorden van de Bijbeltekst van vandaag. Als wij ons op God richten in ons leven en in ons gebed, dan zal Hij op zijn beurt ook naar ons toe komen. Hij staat klaar, wachtend op onze toenadering. Hij wil een band met ons opbouwen, een band die zo intiem is dat we Hem zelfs mogen aanspreken met ‘Abba, Vader’ (Romeinen 8:15). Daar gaat een enorme kracht van uit. Op eigen kracht komen we vaak niet ver en zijn we beperkt in onze mogelijkheden. Maar als wij een team vormen met de grote, almachtige God, is volgens Jakobus niets onmogelijk. Het enige wat God van ons vraagt, is dat we de eerste stap zetten. De stap naar Hem toe.
Voelt God voor jou ver weg of dichtbij? Hoe ziet ‘tot God naderen’ eruit voor jou?