Bidden vanuit de diepte
Bijbeltekst(en)
Psalmen 130
Boven deze psalm staat als opschrift: ‘Een lied Hamaälot’. Letterlijk betekent dit: een lied van opgang, een pelgrimslied dus.’ Psalm 130 is een van de pelgrimspsalmen (120 tot en met 134) die de Israëlieten zongen als ze onderweg waren naar de tempel in Jeruzalem.
Het mooie van de psalmen is dat ze alle facetten van het menselijk leven bezingen, van uitbundige vreugde tot en met diepe wanhoop.
Psalm 130 is een wanhoopskreet, een gebed in nood: ‘Heer, hoor mijn stem.’ Bijzonder is dat dit vers veel overeenkomsten heeft met het gebed dat de profeet Jona (Jona 2:3) bidt vanuit de buik van de vis in de donkere diepte van het water:
‘In mijn nood roep ik de HEER aan, en hij antwoordt mij.
Uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp – u hoort mijn stem!’
In zijn wanhoop vestigt Jona zijn hoop op God. Ook de psalmist roept uit: ‘Mijn ziel verlangt naar de Heer, meer dan wachters naar de morgen, meer dan wachters uitzien naar de morgen.’ Deze wachters komen we ook tegen in Jesaja 21. Op de muren van Jeruzalem waakten zij over de veiligheid van de inwoners. Zodra de zon opging en het dag werd, waren de mogelijke gevaren die de nacht met zich meebracht geweken. Zo kunnen ook wij reikhalzend uitzien naar het licht, naar verlichting in moeilijke omstandigheden.
Ineens roept de psalmist: ‘Israël, hoop op de HEER!’ De wanhoop keert om in hoop. En zo breekt in het duister licht door: een nieuwe morgen.
Jona kwam aan land nadat hij drie dagen in de vis gezeten had. Hij mocht weer leven. Christus stond op de derde dag op uit het graf. Het werd Pasen, het nieuwe licht brak door. Niet voor niets zingen veel gemeentes in de paasnacht ook over de wachters op de morgen. Deze psalm reikt ons woorden aan om te bidden vanuit de diepst van onze wanhoop, want ‘bij hem is bevrijding’.
Zijn er momenten geweest in je leven waarin je je als Jona voelde, gevangen in de diepte?
Herken je het beeld van wachters op de morgen, die uitzien naar het licht?
Waarop hoop jij voor je eigen leven? Voor de kerk? Voor de wereld waarin we leven?
Geschreven door Hanna Rijken