Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Onherroepelijk? | 13/17

Bijbeltekst(en)

Ester 8

Bevelschrift ten gunste van de Joden

3Opnieuw wendde Ester zich tot de koning. Huilend viel ze aan zijn voeten en smeekte hem het verderfelijke plan te verijdelen dat Haman, de nakomeling van Agag, tegen de Joden had beraamd. 4De koning stak Ester de gouden scepter toe, waarna ze opstond, voor de koning ging staan 5en zei: ‘Als het de koning goeddunkt en hij mij goedgezind is, als het de koning juist lijkt en hij op mij gesteld is, laat er dan een bevel op schrift gesteld worden dat de brieven herroept die geschreven zijn door Haman, de zoon van Hammedata, de nakomeling van Agag, waarin zijn plan staat om in alle provincies van het rijk de Joden uit te roeien. 6Want hoe zou ik het onheil dat mijn volk treft kunnen aanzien? Hoe zou ik het uitroeien van mijn familie kunnen aanzien?’ 7Koning Ahasveros zei tegen koningin Ester en tegen de Jood Mordechai: ‘Hamans bezittingen heb ik al aan Ester gegeven en hijzelf is aan de paal gehangen omdat hij de Joden om het leven wilde brengen. 8Stel nu zelf, in naam van de koning, een verordening op schrift die u voor de Joden het beste lijkt, en verzegel die met de koninklijke zegelring. Want wat geschreven is in naam van de koning en verzegeld met de zegelring van de koning kan niet worden herroepen.’

9Meteen daarna, op de drieëntwintigste dag van de derde maand, de maand siwan, werden de schrijvers van de koning ontboden. Er werd een bevel op schrift gesteld dat precies zo luidde als Mordechai het wilde en dat gericht was aan de Joden, aan de satrapen en de gouverneurs, en aan de hoofden van alle provincies, van India tot Nubië, honderdzevenentwintig provincies. Voor elke provincie was er een bevel in haar eigen schrift en voor elk volk in zijn eigen taal, ook voor de Joden in hun eigen schrift en hun eigen taal. 10Mordechai liet dit bevel schrijven in naam van koning Ahasveros en verzegelde het met de zegelring van de koning. Door boden die snelle paarden bereden, gefokt in de koninklijke stoeterij, liet hij brieven verspreiden 11waarin stond dat de koning de Joden in alle steden het recht gaf om zich aaneen te sluiten en hun leven te verdedigen; iedere groep gewapenden van welk volk of uit welke provincie ook die hen en hun vrouwen en kinderen zou willen aanvallen, mochten ze tot de laatste man doden, en hun bezittingen mochten ze buitmaken. 12In alle provincies van koning Ahasveros zou dit recht gelden voor één bepaalde dag, en wel de dertiende dag van de twaalfde maand, de maand adar. 13In alle provincies moesten afschriften van de brief worden verspreid; de inhoud ervan moest overal als wet worden uitgevaardigd en aan alle volken bekendgemaakt worden, zodat de Joden zich tegen de genoemde dag gereed konden houden om zich op hun vijanden te wreken. 14Op bevel van de koning vertrokken de boden op hun snelle, koninklijke paarden met de grootste spoed. Ook in de burcht van Susa werd de wet uitgevaardigd.

15Mordechai verliet de koning in een koninklijk gewaad van fijn linnen, blauwpurper en wit van kleur, en hij droeg een grote gouden kroon en een roodpurperen mantel van byssus. De stad Susa juichte en was opgetogen. 16Voor de Joden brak er een tijd aan van licht en vreugde, blijdschap en eer. 17In alle provincies en in alle steden heerste onder de Joden vreugde en blijdschap zodra het bevel en de wet van de koning er bekend werden; er werden maaltijden aangericht en er werd feestgevierd. En uit alle volken van het land sloten zich velen bij de Joden aan, want angst voor de Joden had zich van hen meester gemaakt.

Ester 8:3-17NBV21Open in de Bijbel

De wet die Haman uitgevaardigd had, was ondertekend met de zegelring van de koning. Het was daarmee letterlijk een ‘wet van Meden en Perzen’. En dat betekende toen, net als nu, dat de wet onherroepelijk was.  

Daarom vaardigt de koning in het verhaal van vandaag een nieuw decreet uit zodat de joden zich kunnen verdedigen. Ieder volk uit het grote rijk krijgt een brief in zijn eigen taal en schift. 

De koning kan weliswaar niet terugkomen op het besluit, maar hij doet zijn best de gevolgen ervan te beperken en Ester en haar volk toch te redden. 

Op welk besluit uit je verleden zou je graag terug willen komen? 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons