Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Verootmoediging 

Bijbeltekst(en)

Openbaring aan Daniël over de zeventig weken

1In het eerste jaar nadat Darius, zoon van Xerxes en Mediër van geboorte, tot koning was gekroond over het rijk van de Chaldeeën, 2in het eerste jaar van zijn koningschap, leidde ik, Daniël, uit de boeken af hoeveel jaren het zou duren voordat de puinhopen van Jeruzalem verdwenen zouden zijn. Zoals de HEER aan de profeet Jeremia had gezegd, waren dat er zeventig. 3Ik wendde mij tot God, de Heer, en gaf me over aan gebed en smeekbeden, al vastend en rouwend. 4Ik bad tot de HEER, mijn God, en beleed schuld: ‘Heer, grote en geduchte God, die zijn beloften nakomt en trouw is aan wie Hem liefhebben en doen wat Hij gebiedt, 5wij hebben gezondigd en ons misdragen. Wij zijn slecht en opstandig geweest, wij zijn van uw geboden en regels afgeweken 6en wij hebben niet geluisterd naar uw dienaren, de profeten, die in uw naam tot onze koningen, onze vorsten, onze oudsten en tot het hele volk gesproken hebben. 7U, Heer, staat in uw recht – ons staat deze dag de schaamte op het gezicht, ons, de Judeeërs, de inwoners van Jeruzalem, alle Israëlieten, of ze nu dichtbij zijn of ver weg, in alle landen waarheen U hen hebt verdreven vanwege hun ontrouw jegens U. 8HEER, ons en onze koningen, onze vorsten en onze oudsten staat de schaamte op het gezicht, omdat wij tegen U gezondigd hebben. 9De Heer, onze God, is vol erbarmen en vergeving, want wij zijn tegen Hem in opstand gekomen 10en hebben niet geluisterd naar de HEER, onze God. Wij hebben ons niet gehouden aan het onderricht dat Hij ons door zijn dienaren, de profeten, gegeven heeft. 11Alle Israëlieten hebben zijn wet overtreden, zijn daarvan afgeweken en hebben niet naar Hem geluisterd. De met een eed bekrachtigde vervloekingen die opgetekend staan in de wet van zijn dienaar Mozes zijn over ons uitgestort, want wij hebben tegen God gezondigd. 12Hij heeft groot onheil over ons gebracht en het dreigement uitgevoerd dat Hij tegen ons en onze leiders had geuit; op de hele wereld was nog nooit voorgekomen wat nu in Jeruzalem is gebeurd. 13Het kwaad dat over ons gekomen is, staat al beschreven in de wet van Mozes, en toch hebben wij de HEER, onze God, niet gunstig gestemd door afstand te nemen van onze overtredingen en zijn waarheid in acht te nemen. 14De HEER aarzelde niet om onheil over ons te brengen, want de HEER, onze God, is rechtvaardig in alles wat Hij doet, maar wij hebben niet naar Hem geluisterd.

Daniël 9:1-14NBV21Open in de Bijbel

Als Darius koning is, is het al een poos geleden dat de mensen in ballingschap naar Babylonië gingen. En nu leest Daniël in het boek van de profeet Jeremia dat er 70 jaar geen mensen in Jeruzalem zullen wonen (Jeremia 29:10). Daniël beseft wat er verkeerd is gegaan: het volk was ontrouw aan God. Maar Daniël weet ook dat God trouw blijft. Want ‘God is vol erbarmen en vergeving,’ zegt Daniël in vers 9. En Daniël durft erop te vertrouwen dat God zal ingrijpen, want Jeremia 29:10 eindigt hoopvol: God zal de mensen naar Jeruzalem doen terugkeren!

Hoe merk jij Gods trouw in moeilijke situaties?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons