Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Uitkomen voor je geloof 

Bijbeltekst(en)

Het gouden beeld

1Op een dag gaf koning Nebukadnessar opdracht een gouden beeld te maken, zestig el hoog en zes el breed, en hij liet het opstellen in de provincie Babel, in de vlakte van Dura. 2Vervolgens ontbood hij de satrapen, stadhouders, gouverneurs, staatsraden, schatbewaarders, rechters, magistraten en alle bestuurders van de provincies; ze moesten de inwijding bijwonen van het beeld dat koning Nebukadnessar had opgericht. 3De satrapen, stadhouders, gouverneurs, staatsraden, schatbewaarders, rechters, magistraten en alle bestuurders van de provincies kwamen bijeen om het beeld dat koning Nebukadnessar had opgericht in te wijden. Ze stelden zich op voor het door Nebukadnessar opgerichte beeld. 4Een heraut riep met luide stem: ‘Volken en naties, welke taal u ook spreekt, luister naar dit bevel. 5Zodra u de muziek hoort van hoorn, panfluit, lier, luit, harp, dubbelfluit en andere instrumenten, valt u op uw knieën neer en buigt u in aanbidding voor het gouden beeld dat koning Nebukadnessar heeft opgericht. 6Wie niet neerknielt en buigt, zal onmiddellijk in een brandende oven worden gegooid.’ 7En dus knielden alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, zodra ze de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, harp en andere instrumenten hoorden, en bogen zij in aanbidding voor het gouden beeld dat koning Nebukadnessar had opgericht.

8Enkele Chaldeeën namen de gelegenheid te baat om de Judeeërs te beschuldigen. Zij traden naar voren 9en zeiden tegen koning Nebukadnessar: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! 10U hebt bevolen dat iedereen die de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, harp, dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op zijn knieën moet neervallen en het gouden beeld moet aanbidden, 11en dat ieder die weigert in een brandende oven moet worden gegooid. 12Er zijn enkele Judese mannen aan wie u het bestuur over de provincie Babel hebt opgedragen, Sadrach, Mesach en Abednego. Deze mannen storen zich niet aan uw bevel, majesteit. Ze vereren uw goden niet en buigen niet voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.’

Daniël 3:1-12NBV21Open in de Bijbel

Tot nu speelde Daniël de hoofdrol. Maar nu staan zijn vrienden Sadrach, Mesach en Abednego in de schijnwerpers. We hebben al met ze kennisgemaakt in Daniël 1:6-7. Zij hebben het bewind over de provincie Babel gekregen. Ondanks hun hoge functie en ondanks de straf die erop staat – in de brandende oven worden gegooid – durven ze het bevel van de koning te negeren. Net als hun vriend Daniël hebben ze voor één Koning meer ontzag: de God van hun voorouders (Daniël 2:23). Voor Hem durven ze hun leven te wagen.

Heb jij wel eens iets gedurfd wat slecht had kunnen aflopen?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons