Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Dagvers | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wie is Jezus? - Marcus 8:27-9:1

Bijbeltekst(en)

Marcus 8

Wie is Jezus?

27Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg Hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ 28Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat U een van de profeten bent.’ 29Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’ 30Hij verbood hun uitdrukkelijk om met iemand hierover te spreken.

31Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat Hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan; 32Hij sprak hierover in alle openheid. Toen nam Petrus Hem apart en begon Hem fel terecht te wijzen. 33Maar Hij draaide zich om, keek zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: ‘Ga terug, Satan, achter Mij! Jij denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat mensen willen.’

34Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen. 35Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het evangelie, zal het behouden. 36Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven? 37Wat kan hij geven in ruil voor zijn leven? 38Als iemand zich tegenover de trouweloze en zondige mensen van deze tijd schaamt voor Mij en mijn woorden, zal de Mensenzoon zich ook voor hem schamen, wanneer Hij komt in het gezelschap van de heilige engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader.’

Marcus 9

1En Hij eindigde met de woorden: ‘Ik verzeker jullie: sommigen die hier aanwezig zijn zullen de dood niet ervaren voordat ze het koninkrijk van God hebben zien komen in al zijn kracht.’
Marcus 8:27-9:1NBV21Open in de Bijbel

Jezus vraagt aan zijn leerlingen wie Hij is. En Petrus antwoordt dan: ‘U bent de messias.’ In het Oude Testament kregen priesters en koningen deze titel. Het liet zien dat ze een bijzondere opdracht van God ontvangen hadden. Petrus denkt dat Jezus de messias, de nieuwe koning is. Direct daarna zegt Petrus dat Jezus niet mag zeggen dat Hij zal sterven. Petrus kan zich niet voorstellen dat een messias moet lijden en sterven. Geloof en ongeloof liggen vlak bij elkaar.

Herken je dat geloof en twijfel vlak bij elkaar liggen? Wanneer had jij dat voor het laatst?

Luister naar deze overdenking

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons