Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Dagvers | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Geef zoveel als je kunt - Deuteronomium 15:1-11

Bijbeltekst(en)

Deuteronomium 15

1Elk zevende jaar moet u algemene kwijtschelding verlenen. 2Dat houdt het volgende in: elke schuldeiser moet iedereen die iets van hem heeft geleend zijn schuld kwijtschelden; hij mag zijn volksgenoot, zijn broeder, niet tot afbetaling dwingen, want de kwijtschelding is afgekondigd in de naam van de HEER. 3Van een buitenlander mag u wel betaling vorderen, maar wat u van een volksgenoot tegoed hebt moet u kwijtschelden. 4Overigens zal niemand van u in armoede leven, zozeer zal de HEER u zegenen in het land dat Hij u in bezit zal geven, 5tenminste, als u Hem gehoorzaamt en de geboden die ik u vandaag voorhoud zorgvuldig naleeft; 6dan zal de HEER, uw God, u zeker zegenen, zoals Hij beloofd heeft. U zult aan veel volken leningen verstrekken, maar zelf hoeft u niet te lenen. U zult over veel volken macht uitoefenen, maar zij niet over u.

7Zou er in een van de steden in het land dat de HEER, uw God, u zal geven toch iemand uit uw eigen volk gebrek lijden, dan mag dat u niet koud laten. U mag uw hand niet op de zak houden, 8maar u moet diep in de buidel tasten en hem lenen zo veel als hij nodig heeft. 9Wees niet zo laaghartig om bij uzelf te denken: Het zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, komt eraan – waardoor u de ogen sluit voor de ellende van uw volksgenoot en hem met lege handen laat gaan. Als hij dan de HEER zijn nood klaagt om wat u hem hebt aangedaan, zal het u als zonde worden aangerekend. 10Geef hem dus ruimhartig en zonder spijt, en de HEER, uw God, zal u erom zegenen in alles wat u doet en onderneemt. 11Armen zullen er altijd zijn bij u. Daarom gebied ik u vrijgevig te zijn tegenover iedereen in uw land die in armoede leeft of er slecht aan toe is.

Deuteronomium 15:1-11NBV21Open in de Bijbel

Vandaag gaan we een stuk terug in de tijd: naar de wetten die God via Mozes aan het volk van Israël geeft, vlak voordat ze het beloofde land binnentrekken.
Niemand hoeft arm te zijn in het land dat God aan Abraham, Isaak en Jakob heeft beloofd. Want God heeft goede regels gegeven, zodat ongelijkheid geen kans krijgt. Maar mochten er dan toch mensen in armoede terecht komen, geef dan zoveel als je kunt, zegt God. Niet omdat het in de kleine lettertjes staat, maar ‘van harte’. Help elkaar! En elk zevende jaar vervallen alle schulden. Als er dan toch scheve bezitsverhoudingen zijn ontstaan, worden die op dat moment rechtgetrokken.

Op welke manier help jij mensen die arm zijn of het moeilijk hebben? Geef je zovel als je kunt? Waarom wel of niet?

Luister naar deze overdenking

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.1
Volg ons