Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Dagvers | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Cruciale vraag - Johannes 10:22-30

Bijbeltekst(en)

Johannes 10

Geloof en ongeloof

22In Jeruzalem werd het feest van de Tempelwijding gevierd; het was winter. 23Jezus liep in de tempel, in de zuilengang van Salomo. 24Daar kwamen de Joden om Hem heen staan, en ze vroegen Hem: ‘Hoe lang houdt U ons nog in het onzekere? Als U de messias bent, zeg het ons dan ronduit.’ 25Jezus antwoordde: ‘Dat heb Ik u al gezegd, maar u gelooft het niet. Wat Ik in naam van mijn Vader doe getuigt over Mij, 26maar u wilt Me niet geloven, omdat u niet bij mijn schapen hoort. 27Mijn schapen luisteren naar mijn stem, Ik ken ze en zij volgen Mij. 28Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. 29Wat mijn Vader Mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, 30en de Vader en Ik zijn één.’

Johannes 10:22-30NBV21Open in de Bijbel

De uitspraken die Jezus doet, zorgen voor verdeeldheid. Daarom willen de mensen weten: is Jezus de Messias op wie iedereen heeft gewacht, of niet? Jezus antwoordt dat de Vader en Hij één zijn. Oftewel: Jezus staat nog dichter bij God dan de Messias. Hij is zelf God! Deze uitspraak vinden sommigen zo godslasterlijk dat zij stenen oppakken om Jezus te doden. Zij begrijpen (nog) niet wie Jezus is. Jezus legt uit wat Hij doet: Hij zal de schapen die bij God de Herder horen eeuwig leven geven. Jezus stelt zijn toehoorders indirect de vraag: hoor jij bij de schapen die het eeuwige leven zullen ontvangen?

Hoe zou jij deze vraag beantwoorden?

Luister naar deze overdenking

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.1
Volg ons