Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Dagvers | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Banden van de dood - Psalm 116:1-19

Bijbeltekst(en)

Psalmen 116

1De HEER heb ik lief, Hij hoort

mijn stem, mijn smeken,

2Hij luistert naar mij,

ik roep Hem aan, mijn leven lang.

3Banden van de dood omknelden mij,

angsten van het dodenrijk grepen mij aan,

ik voelde angst en pijn.

4Toen riep ik de naam van de HEER:

HEER, red toch mijn leven!’

5De HEER is genadig en rechtvaardig,

onze God is een God van ontferming,

6de HEER beschermt de eenvoudigen,

machteloos was ik en Hij heeft mij bevrijd.

7Kom weer tot rust, mijn ziel,

de HEER heeft naar je omgezien.

8Ja, U hebt mijn leven ontrukt aan de dood,

mijn ogen gedroogd van tranen,

mijn voeten voor struikelen behoed.

9Ik mag wandelen in het land van de levenden

onder het oog van de HEER.

10Ik bleef vertrouwen, ook al zei ik:

‘Ik ben diep ongelukkig.’

11Al te snel dacht ik:

Geen mens die zijn woord houdt.

12Hoe kan ik de HEER vergoeden

wat Hij voor mij heeft gedaan?

13Ik zal de beker van bevrijding heffen,

de naam aanroepen van de HEER

14en mijn geloften aan de HEER inlossen

in het bijzijn van heel zijn volk.

15Kostbaar in de ogen van de HEER

is het leven van zijn getrouwen.

16Ach HEER, ik ben uw dienaar,

uw dienaar ben ik, de zoon van uw dienares:

U hebt mijn boeien verbroken.

17U wil ik een dankoffer brengen.

Ik zal de naam aanroepen van de HEER

18en mijn geloften aan de HEER inlossen

in het bijzijn van heel zijn volk,

19in de voorhoven van het huis van de HEER,

binnen uw muren, Jeruzalem.

Halleluja!

Psalmen 116:1-19NBV21Open in de Bijbel

Vandaag lezen we Psalm 116 – een bijzondere psalm, als je erbij denkt aan het punt van het Marcus-evangelie waar we inmiddels beland zijn, vlak voor de muren van Jeruzalem, waar Jezus gedood zal worden én zal opstaan.
Is je opgevallen hoeveel herhalingen in deze Psalm zitten? Keer op keer benadrukt de dichter hoe dankbaar hij is omdat god hem heeft gered toen hij doodsbang was. Eén zin wordt letterlijk herhaald: ‘Ik zal alles doen wat ik beloofd heb, en heel Gods volk zal dat zien’ (vers 14 en 18). De dochter weet dat hij bij God hoort, en dat mag iedereen weten. Nee, dat moet iedereen weten.

Heb jij ook wel eens in het bijzijn van anderen verteld over iets waarvoor je God dankbaar bent? Hoe was dat?

Luister naar deze overdenking

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons