Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

30 oktober - Marcus 12:1-12

Bijbeltekst(en)

Marcus 12

1Hij begon tegen hen te spreken in gelijkenissen: ‘Een man legde een wijngaard aan en omheinde die. Hij groef een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Hij verpachtte de wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis. 2Toen de oogsttijd was gekomen, stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst in ontvangst te nemen; 3maar ze grepen hem vast, mishandelden hem en stuurden hem met lege handen terug. 4Daarna stuurde hij een andere knecht naar hen toe, die ze in het gezicht sloegen en vernederden. 5Hij stuurde nog een derde, die ze doodden, en nog vele anderen; sommigen werden door de wijnbouwers mishandeld en anderen werden door hen gedood. 6Ten slotte was alleen nog zijn geliefde zoon over; die stuurde hij als laatste naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. 7Maar de wijnbouwers zeiden tegen elkaar: “Dat is de erfgenaam. Kom op, laten we hem doden, dan is de erfenis van ons.” 8Ze grepen hem vast en doodden hem en gooiden zijn lichaam buiten de wijngaard. 9Wat zal de eigenaar van de wijngaard daarna doen? Hij komt zelf, hij doodt de wijnbouwers en geeft de wijngaard aan anderen. 10Hebt u deze schrifttekst dan niet gelezen:

“De steen die de bouwers afkeurden

is de hoeksteen geworden.

11Dankzij de Heer is dit gebeurd,

wonderbaarlijk is het om te zien.”’

12Daarop wilden ze Hem gevangennemen, want ze begrepen dat Hij hen op het oog had bij het vertellen van deze gelijkenis, maar ze waren bang voor de reactie van de menigte. Dus lieten ze Hem staan en gingen weg.

Marcus 12:1-12NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons