Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

30 maart - Jeremia 33:1-11

Bijbeltekst(en)

Jeremia 33

Belofte van herstel

1De HEER richtte zich voor de tweede maal tot Jeremia, die nog steeds in het kwartier van de paleiswacht gevangenzat: 2‘Dit zegt de HEER, die alles beschikt heeft en volbrengt wat Hij zich voorgenomen heeft, wiens naam is HEER: 3Roep Mij aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn. 4Dit zegt de HEER, de God van Israël, over de huizen van deze stad en het paleis van de koningen van Juda, die worden afgebroken om een bolwerk op te werpen tegen de bestormingsdammen en het aanvalsgeweld: 5In de strijd tegen de Chaldeeën zullen hun ruïnes gevuld worden met de lijken van hen die Ik in mijn grote woede heb gedood, omdat Ik mij van deze stad heb afgewend vanwege al het kwaad dat de inwoners hebben gedaan. 6Toch zal Ik de wonden van de stad helen en haar genezen, Ik geef de inwoners blijvende vrede en voorspoed. 7Ik breng een keer in het lot van Juda en Israël en maak ze weer tot het volk van vroeger. 8Ik zal het volk reinigen van alle wandaden waarmee het tegen Mij gezondigd heeft. Ik zal het alle wandaden vergeven waarmee het willens en wetens tegen Mij gezondigd heeft. 9Jeruzalem zal Mij weer vreugde geven en Mij lof en roem brengen bij alle volken op aarde. Die zullen horen hoeveel geluk en voorspoed Ik Jeruzalem schenk, en huiveren van ontzag. 10Dit zegt de HEER: Jullie zeggen over dit land dat het een woestenij is, dat er mens noch dier meer leeft. Maar in de steden van Juda en de straten van Jeruzalem, die nu verwoest zijn, waar mens noch dier meer leeft, 11zullen vreugdezangen klinken, zullen bruid en bruidegom hun lied zingen, zal te horen zijn: “Loof de HEER van de hemelse machten, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.” Er zullen dankoffers naar de tempel van de HEER worden gebracht, want Ik keer het lot van Juda ten goede en maak het weer als vroeger – zegt de HEER.

Jeremia 33:1-11NBV21Open in de Bijbel

Jeremia 33 is dit jaar aangewezen als lezing in de paasnacht. Het hoofdstuk brengt God lof en dank om het herstel van Jeruzalem en de heerschappij van de zoon van David. Op de eerste twee paasdagen lezen we van Christus’ opstanding, zowel het oorspronkelijke slot van het Marcusevangelie als een later toegevoegde afsluiting.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons