6Ik, de HEER, ben niet veranderd, en jullie gedragen je nog altijd als nakomelingen van Jakob. 7Jullie voorouders hielden zich al niet aan mijn geboden, en ook jullie doen dat niet. Keer terug naar Mij – zegt de HEER van de hemelse machten –, dan zal Ik naar jullie terugkeren; en jullie zeggen: ‘Hoezo moeten we terugkeren?’ 8Vinden jullie dat een mens God mag bestelen? Toch bestelen jullie Mij, en zeggen dan: ‘Hoezo bestelen we U?’ Door de tienden en de andere heffingen achter te houden! 9Jullie zijn vervloekt en nogmaals vervloekt, en toch blijft het hele volk Mij bestelen. 10Stel Mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of Ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op je land laat neerdalen. 11Ik zal de sprinkhaan onschadelijk maken zodat hij de opbrengst van je akkers niet meer kan verwoesten, en de druiventros zal niet meer verdorren in je wijngaarden – zegt de HEER van de hemelse machten. 12Alle volken zullen jullie gelukkig prijzen, want jullie zullen wonen in een heerlijk land – zegt de HEER van de hemelse machten.