18Stel in alle steden die de HEER, uw God, u in uw stamgebieden zal geven, rechters en griffiers aan, die zorg moeten dragen voor een zuivere rechtspraak. 19U mag het recht niet schenden en niet partijdig zijn. U mag geen steekpenningen aannemen, want steekpenningen maken wijzen blind en veranderen eerlijke mensen in leugenaars. 20Zoek het recht en niets dan het recht. Dan zult u in leven blijven en mag u het land dat de HEER, uw God, u zal geven, in bezit nemen.
21U mag naast het altaar dat u voor de HEER, uw God, gaat bouwen geen Asjerapaal of wat voor gewijde paal ook plaatsen, 22en ook geen gewijde steen, want de HEER, uw God, heeft daarvan een afschuw.
Deuteronomium 17
1Ook mag u Hem geen rund, schaap of geit met een of ander gebrek offeren, want ook daarvan heeft Hij een afschuw.
2Wanneer zich in een van de steden die de HEER, uw God, u zal geven, iemand bevindt, man of vrouw, die doet wat slecht is in de ogen van de HEER door de regels van het verbond te overtreden, 3door tegen zijn gebod in andere goden te vereren, de zon, de maan of de sterren, en daarvoor neer te knielen, 4en het komt u ter ore, dan moet u zorgvuldig navraag doen. Als blijkt dat het waar is, als onomstotelijk vaststaat dat deze gruwelijke dingen onder het volk van Israël hebben plaatsgevonden, 5dan moet u de man of vrouw die zich zo misdragen heeft de stad uit brengen en buiten de poort stenigen tot de dood erop volgt. 6Het doodvonnis mag alleen op grond van de verklaring van ten minste twee getuigen worden voltrokken, één getuigenverklaring is onvoldoende. 7De getuigen moeten, samen met de rest van het volk, de dader stenigen tot de dood erop volgt, en zelf moeten zij de eerste steen werpen. Zo moet u het kwaad uit uw midden verwijderen.