Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

26 april - Lucas 24:13-27

Bijbeltekst(en)

Lucas 24

Verschijningen; Jezus opgenomen in de hemel

13Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar Emmaüs, een dorp dat zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. 14Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. 15Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, 16maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze Hem niet herkenden. 17Hij vroeg hun: ‘Waar lopen jullie toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan. 18Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent U dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’ 19Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus van Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. 20Onze hogepriesters en leiders hebben Hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. 21Wij leefden in de hoop dat Hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. 22Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, 23vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen vertellen dat er engelen aan hen waren verschenen, die zeiden dat Hij leeft. 24Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’ 25Toen zei Hij tegen hen: ‘Hebben jullie dan zo weinig verstand en zijn jullie zo traag van begrip dat jullie niet geloven in alles wat de profeten gezegd hebben? 26Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ 27Daarna verklaarde Hij hun wat er in al de Schriften over Hem geschreven stond, en Hij begon bij Mozes en de Profeten.

Lucas 24:13-27NBV21Open in de Bijbel

Twee leerlingen zijn onderweg, terug naar de gewone wereld. Hun tijd met Jezus was een mooie droom, waarin voor even alles mogelijk leek. Nu zijn ze op een ruwe manier wakker geschud. Ze willen hun gewone leven weer oppakken, maar ineens is daar die onbekende man. In het gesprek met hem omschrijven ze Jezus op een opvallende maner: ‘een machtig profeet in woord en daad’. Pas door Jezus’ uitleg herkennen en erkennen ze hem: als hun meester, maar ook als de Mensenzoon en messias, degene die moest lijden maar ook weer zou opstaan.
Kunt je een moment aanwijzen waarop je Jezus ineens met nieuwe ogen zag?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.27.6
Volg ons