Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

20 december - Matteüs 1:18-25

Bijbeltekst(en)

Matteüs 1

18De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. 19Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in stilte te verstoten. 20Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. 21Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ 22Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: 23‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’. 24Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam zijn vrouw bij zich, 25maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.

Matteüs 1:18-25NBV21Open in de Bijbel

Arme Jozef! Zijn verloofde is zwanger, maar niet van hem. Het zal hem veel verdriet hebben gedaan. Maar dan verschijnt een engel in een droom, die hem vertelt dat Maria niets verkeerd heeft gedaan en dat het Gods werk is. Jozef mag het kindje twee namen geven: Jezus, wat betekent dat God mensen bevrijdt van hun zonden, en Immanuel, wat betekent dat God met ons is. Wat zal Jozef verbaasd, verwonderd, maar vooral hoopvol zijn geweest: het komt goed! ‘Want die grote God, over wie Micha schrijft, komt dicht bij ons. Hij ontfermt zich over ons en vergeeft ons onze zonden.
Welke van de twee namen die Jozef het kindje mag geven spreekt je het meest aan? Waarom?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.27.6
Volg ons