17 augustus - Psalm 119:89-96
Bijbeltekst(en)
Psalmen 119
Marcus 7:31-37 staat weer precies op zijn plaats, het is het evangelie dat op deze zondag in de Kerk wordt gelezen. Psalm 119, steeds acht verzen die in het Hebreeuws telkens met dezelfde letter beginnen, het hele alfabet langs, is vooral een psalm van het najaar. De poëzie vermenigvuldigt de eeuwigheid (het getal acht staat daarvoor symbool) met de taal (het alfabet). De psalm bezingt onafgebroken de goedheid van Gods wetten en wordt hier in de mond van de dove en gebrekkig sprekende man uit het Marcusevangelie gelegd: ‘Hoe zoet zijn uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond’.