18Bij het aanbreken van de dag ontstond er enorme opschudding onder de soldaten, die zich afvroegen wat er met Petrus gebeurd kon zijn. 19Herodes liet tevergeefs naar hem zoeken. Na de bewakers verhoord te hebben, gaf hij bevel hen terecht te stellen. Vervolgens reisde hij van Judea naar Caesarea, waar hij enige tijd bleef.
De dood van Herodes
20Destijds was Herodes de inwoners van Tyrus en Sidon vijandig gezind. De beide steden stuurden gezamenlijk enkele afgezanten naar het hof, waar ze Blastus, de kamerheer van de koning, voor hun zaak wisten te winnen. Ze wilden vrede sluiten omdat hun gebied voor de voedselvoorziening afhankelijk was van dat van de koning. 21Op de overeengekomen dag nam Herodes in zijn koninklijke gewaad plaats op zijn troon en sprak het volk toe. 22De mensen riepen luidkeels: ‘Hier spreekt een god, geen mens!’ 23Onmiddellijk werd Herodes geveld door een engel van de Heer omdat hij God niet de verschuldigde eer had bewezen, en door wormen aangevreten blies hij de laatste adem uit.
24Het woord van God verspreidde zich en vond steeds meer gehoor. 25Barnabas en Saulus keerden terug uit Jeruzalem na daar hun gift overhandigd te hebben. Ze namen Johannes Marcus met zich mee.