Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

10 oktober - Leviticus 16:1-10

Bijbeltekst(en)

Leviticus 16

Grote Verzoendag

1Na de dood van de twee zonen van Aäron die stierven toen ze in de nabijheid van de HEER kwamen, 2zei de HEER tegen Mozes: ‘Zeg tegen je broer Aäron dat hij niet zomaar de heilige ruimte achter het voorhangsel mag binnengaan. Het zou zijn dood betekenen, want daar, boven de verzoeningsplaat die op de ark ligt, is de plaats waar Ik in een wolk verschijn.

3Dit moet Aäron bij zich hebben wanneer hij de heilige ruimte betreedt: een stier voor een reinigingsoffer en een ram voor een brandoffer. 4Hij moet een heilige linnen tuniek aantrekken en een linnen broek dragen. Hij moet een linnen gordel om zijn middel binden en zijn hoofd met een linnen tulband bedekken. Dat is heilige kleding; voordat hij die aantrekt, moet hij zijn lichaam met water wassen. 5Van de Israëlieten moet hij twee bokken voor een reinigingsoffer in ontvangst nemen en een ram voor een brandoffer.

6De stier biedt Aäron aan als reinigingsoffer namens zichzelf, om voor zichzelf en zijn familie verzoening te bewerken. 7De beide bokken moet hij naar de ingang van de ontmoetingstent brengen, en daar, ten overstaan van de HEER, 8moet hij door loting vaststellen welke bok bestemd is voor de HEER en welke voor Azazel. 9De bok die door het lot voor de HEER bestemd is, moet hij als reinigingsoffer opdragen; 10de bok die door het lot bestemd is voor Azazel moet levend voor de HEER blijven staan om verzoening mee te bewerken, en daarna de woestijn in worden gestuurd, naar Azazel.

Leviticus 16:1-10NBV21Open in de Bijbel

De lezing uit het boek Leviticus beschrijft de oorspronkelijke riten van Jom Kipoer (Grote Verzoendag), waaraan de Nederlandse taal de term ‘zondebok’ heeft overgehouden.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons