10Sla in aanwezigheid van de mannen die je vergezellen de kruik stuk 11en zeg tegen hen: Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik zal dit volk en deze stad stukslaan zoals iemand een kruik aan stukken slaat – onherstelbaar. Omdat er nergens anders plaats meer is, zullen ze hun doden zelfs in Tofet begraven. 12-13Dit zal Ik met de stad en haar inwoners doen – spreekt de HEER: de huizen van Jeruzalem en de paleizen van de koningen van Juda, ja alle huizen waar men op de daken wierook heeft gebrand voor het sterrenleger aan de hemel en wijnoffers heeft gebracht aan andere goden, maak Ik zo onrein als Tofet.’
14En Jeremia ging vanuit Tofet, waar de HEER hem naartoe gezonden had om te profeteren, naar de voorhof van de tempel en zei tegen de aanwezigen: 15‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Ik breng over deze stad en de omliggende steden al het onheil dat Ik aangekondigd heb, want de inwoners weigeren hardnekkig naar mijn waarschuwingen te luisteren.’