Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Dag 288 / 1Tim. 4-6

Bijbeltekst(en)

1 Timoteüs 4

1Maar de Geest zegt nadrukkelijk dat in de eindtijd sommigen het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren. 2Ze worden hiertoe aangezet door huichelachtige leugenaars, die hun eigen geweten hebben dichtgeschroeid, 3die het huwelijk verbieden en hen dwingen tot onthouding van voedsel dat God geschapen heeft om door de gelovigen, die de waarheid kennen, onder dankzegging te worden gegeten. 4Alles wat God geschapen heeft is goed. Niets hoeft te worden verworpen als het onder dank wordt aangenomen, 5want het wordt geheiligd door het woord van God en door het gebed.

6Wanneer je dit alles aan de broeders en zusters voorhoudt, zul je een goede dienaar van Christus Jezus zijn, gevoed door de woorden van het geloof en de juiste leer, waarvan je een trouw aanhanger bent. 7Verwerp heilloze bakerpraat en verzinsels. Oefen jezelf in een vroom leven. 8Oefening van het lichaam heeft wel enig nut, maar het nut van een vroom leven is grenzeloos, omdat het een belofte inhoudt voor dit leven en het leven dat komen zal. 9Deze boodschap is betrouwbaar en verdient onze volledige instemming. 10Hiervoor zwoegen en strijden wij, omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, die de redder is van alle mensen, bovenal van de gelovigen.

Aanwijzingen voor Timoteüs

11Draag dit alles over in je onderricht. 12Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid. 13In afwachting van mijn komst moet je je toeleggen op het voorlezen uit de Schrift, op de prediking en het onderricht. 14Veronachtzaam de genade die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken. 15Richt je hierop, maak het je eigen, zodat voor iedereen duidelijk wordt dat je vorderingen maakt. 16Neem je in acht, houd je aan de leer en blijf dat doen; dan red je zowel jezelf als hen die naar je luisteren.

1 Timoteüs 5

1Ga niet tekeer tegen een oude man. Als je hem vermaant, beschouw hem dan als een vader, zoals je jonge mannen als broers moet zien, 2oude vrouwen als moeders en jonge vrouwen als zussen – en dit in alle zuiverheid.

3Ondersteun weduwen die alleen staan. 4Maar als een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, is het allereerst hún plicht om de zorg voor hun familie op zich te nemen. Zo betalen ze hun voorouders terug, en dat is God welgevallig. 5Een weduwe die helemaal alleen staat, houdt haar hoop op God gevestigd en blijft smeken en bidden, dag en nacht. 6Maar een weduwe die losbandig leeft, is levend dood. 7Houd hun dit voor, zodat ze een onberispelijk leven kunnen leiden. 8Wie niet voor de eigen familie zorgt, zelfs niet voor huisgenoten, heeft het geloof verloochend en is slechter dan een ongelovige.

9Als weduwe mogen alleen vrouwen worden ingeschreven van boven de zestig jaar die maar één man hebben gehad 10en bekendstaan om hun goede daden, kinderen hebben opgevoed, gastvrij zijn geweest, gelovigen de voeten hebben gewassen en zich hebben ingezet voor verdrukten, die kortom allerlei goede daden hebben verricht. 11Wijs jongere weduwen af. Wanneer hun hartstocht hen van Christus vervreemdt, zullen ze weer willen trouwen, 12en dan wordt het hun aangerekend dat ze hun eerdere belofte van trouw aan Hem breken. 13Bovendien zullen ze er een gewoonte van maken hun tijd te verdoen door overal op bezoek te gaan; en dat niet alleen, in hun bemoeizucht praten ze ook over dingen die geen pas geven. 14Daarom wil ik dat jonge weduwen hertrouwen, kinderen krijgen, leiding geven aan het huishouden en onze tegenstanders geen aanleiding geven om kwaad van ons te spreken. 15Sommigen van hen zijn immers al van het rechte pad afgeweken, Satan achterna.

16Als een gelovige vrouw weduwen in haar familie heeft, moet zij die zelf ondersteunen en niet de gemeente met de zorg belasten. Dan kan de gemeente voor weduwen zorgen die alleen staan.

17Oudsten die goed leiding geven moeten dubbel worden beloond, vooral degenen die zich veel moeite geven voor de prediking en het onderricht. 18De Schrift zegt immers: ‘U mag een dorsend rund niet muilkorven’ en ‘De arbeider is zijn loon waard.’ 19Geef alleen gehoor aan een aanklacht tegen een oudste als die bevestigd wordt door ten minste twee getuigen. 20Degenen die zondigen moet je in aanwezigheid van alle anderen terechtwijzen, zodat ook zij gewaarschuwd zijn. 21Ten overstaan van God, Christus Jezus en de uitverkoren engelen roep ik je dringend op dit alles onbevooroordeeld en zonder enige partijdigheid in acht te nemen. 22Leg iemand niet te snel de handen op, maak jezelf niet medeverantwoordelijk voor zijn zonden, zorg ervoor dat je rein blijft. 23Drink niet alleen maar water, doe er vanwege je zwakke maag en je andere kwalen wat wijn bij. 24Van sommige mensen zijn de zonden zo overduidelijk dat ze voor hen uit snellen naar het oordeel; bij anderen komen ze pas achteraf aan het licht. 25Zo zijn ook goede daden duidelijk zichtbaar; en wanneer ze dat niet zijn, blijven ze niet voor altijd verborgen.

1 Timoteüs 6

1Wie het slavenjuk draagt, moet zijn meester hoogachten, zodat Gods naam en de leer niet worden bespot. 2Een slaaf die een gelovige meester heeft, mag zijn meester niet zijn respect onthouden omdat ze broeders zijn. Integendeel, hij moet hem met nog meer inzet dienen, juist omdat hij met degene die van zijn diensten gebruikmaakt in geloof en liefde verbonden is.

De ware rijkdom

Onderwijs dit alles en spoor ertoe aan. 3Iemand die iets anders onderwijst en niet instemt met de heilzame woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer van ons geloof, 4is verblind. Zo iemand begrijpt niets, maar heeft een ongezonde zucht naar geredetwist en geruzie; dat leidt tot afgunst, onenigheid, laster en kwaadaardige verdachtmakingen, 5en tot eindeloos gekrakeel tussen mensen van wie de geest verziekt is, die van de waarheid beroofd zijn en denken dat het geloof hun geldelijk gewin brengt. 6Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst. 7Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. 8Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn. 9Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan allerlei dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. 10Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend.

11Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. 12Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven waartoe je geroepen bent en waarvan je in aanwezigheid van velen zo’n krachtig getuigenis hebt afgelegd. 13Ten overstaan van God, die alles in leven houdt, en Christus Jezus, die voor Pontius Pilatus een krachtig getuigenis heeft afgelegd, draag ik je op 14je taak vlekkeloos en onberispelijk uit te voeren, totdat onze Heer Jezus Christus verschijnt 15op de dag die is vastgesteld door de gelukzalige en enige heerser, de hoogste Heer en koning. 16Hij alleen is onsterfelijk en Hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft Hem ooit gezien of kan Hem zien. Aan Hem zij de eer en de eeuwige kracht. Amen.

17Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers als rijkdom te stellen, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. 18En draag hun op om goed te doen, rijk te zijn aan goede daden, vrijgevig, en bereid om te delen. 19Zo leggen ze een stevig fundament voor de toekomst, en winnen ze het ware leven.

20Timoteüs, waak over hetgeen je is toevertrouwd en mijd het goddeloze gepraat en de tegenstrijdigheden van wat ten onrechte kennis wordt genoemd 21en wordt verkondigd door mensen die van het geloof zijn afgedwaald.

Genade zij met jullie allen.

1 Timoteüs 4-6NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons