Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Marta of Maria? - Lukas 1

Bijbeltekst(en)

Lucas 1

Aankondiging van de geboorte van Jezus

26In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, 27naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heette Maria en ze was nog maagd. 28Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ 29Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. 30Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. 32Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. 33Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’

34Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog geen gemeenschap met een man.’ 35De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. 36Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, 37want voor God is niets onmogelijk.’ 38Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.

Lucas 1:26-38NBV21Open in de Bijbel

Lucas 10

41De Heer zei tegen haar: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je druk over zoveel dingen. 42Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het juiste gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’

Lucas 10:41-42NBV21Open in de Bijbel

De zusters van Banneux ontfermen zich in een meisjesdorp in Honduras over 650 kansarme meiden. Ik maakte deze foto tijdens een feestelijke viering in dit dorp ter ere van Maria, de moeder van Jezus. Tijdens mijn verblijf in het dorp heb ik vaak aan Maria gedacht. Lea, de zuster op de foto, deed me bijvoorbeeld aan haar denken. Lea had huis en haard in de Filippijnen verlaten om dienstbaar te zijn in Honduras. Alsof ze ooit ook zei: ‘De Heer wil ik dienen; laat er met mij gebeuren wat er moet gebeuren.’

Ik heb ook vaak moeten denken aan die andere Maria, de zus van Marta. Jezus gebruikt beide zussen in Lucas 10 om een punt te maken. Hij speelt ze niet zozeer tegen elkaar uit, maar maakt duidelijk dat je pas kunt geven als je eerst hebt ontvangen. Je kunt pas anderen dienen als je zelf eerst bediend bent. Dit is een belangrijke beweging in de christelijke spiritualiteit. Van de verticale beweging naar de horizontale beweging en weer terug. Telkens weer. Van Maria, die bediend wordt door Jezus, naar Marta, die anderen bedient. En van Marta weer naar Maria. Want wat Marta doet, is niet verkeerd, maar het dient op de goede tijd te gebeuren en met de juiste prioriteit.

Bij zuster Lea in Honduras zag ik iets van Marta en Maria bij elkaar komen. Al werkte ze met de andere zusters wel echt heel hard en schoot het Maria-zijn er soms wel wat bij in. Al denk ik dat ze op onchristelijk vroege tijdstippen wel stille tijd namen. Op dat soort momenten sliep ik zelf nog. Over dat harde werken zei ze: ‘We kunnen straks eeuwig en zalig uitrusten. Laat ons nu maar lekker hard werken.’

Als deze foto trouwens een spiegel zou zijn en je kijkt nu naar jezelf, wie zie je dan vooral? Marta of Maria?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.3
Volg ons