NBV21 (NBV21)
118

1181

118:1
1 Kron. 16:34
Ezra 3:11
Ps. 136:1
Jer. 33:11
Loof de HEER, want Hij is goed,

eeuwig duurt zijn trouw.

2

118:2-4
Ps. 115:9-11
135:19-20
Laat Israël zeggen:

‘Eeuwig duurt zijn trouw’ –

3het huis van Aäron zeggen:

‘Eeuwig duurt zijn trouw’ –

4wie de HEER vreest, zeggen:

‘Eeuwig duurt zijn trouw.’

5

118:5
Ps. 4:2
In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER!’

En de HEER antwoordde, Hij gaf mij ruimte.

6

118:6
Ps. 27:1
56:12
Hebr. 13:6
Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen,

wat kunnen mensen mij doen?

7

118:7
Ps. 54:6,9
Met de HEER, mijn helper, aan mijn zijde,

kijk ik op mijn haters neer.

8Beter te schuilen bij de HEER

dan te vertrouwen op mensen.

9Beter te schuilen bij de HEER

dan te vertrouwen op mannen met macht.

10Alle volken hadden mij ingesloten

– ik weerstond ze in de naam van de HEER –

11ze sloten mij van alle kanten in

– ik weerstond ze in de naam van de HEER –

12

118:12
Deut. 1:44
ze sloten mij in als een zwerm bijen

maar doofden snel als een vuur van dorens

– ik weerstond ze in de naam van de HEER.

13Jullie sloegen mij en ik viel,

maar de HEER heeft geholpen.

14

118:14
Ex. 15:2
Jes. 12:2
De HEER is mijn sterkte, mijn beschermer,

Hij heeft mij redding gebracht.

15Hoor hoe de redding wordt bezongen

in de tenten van de rechtvaardigen:

de rechterhand van de HEER doet machtige daden,

16de rechterhand van de HEER richt op,

de rechterhand van de HEER doet machtige daden.

17Ik zal niet sterven, maar leven

en verhalen van de daden van de HEER:

18de HEER heeft mij gestraft,

maar mij niet prijsgegeven aan de dood.

19Open voor mij de poorten van de gerechtigheid,

ik wil binnengaan om de HEER te loven.

20

118:20
Jes. 26:2
Dit is de poort die leidt naar de HEER,

hier gaan de rechtvaardigen binnen.

21Ik wil U loven omdat U antwoordde

en mij redding bracht.

22

118:22-23
Mat. 21:42
Marc. 12:10-11
118:22
Jes. 28:16
Luc. 20:17
1 Petr. 2:7
De steen die de bouwers afkeurden

is de hoeksteen geworden.

23Dit is het werk van de HEER,

een wonder in onze ogen.

24Dit is de dag die de HEER heeft gemaakt,

laten wij juichen en ons verheugen.

25Ach HEER, red ons toch,

HEER, geef ons voorspoed.

26

118:26
Mat. 21:9
23:39
Marc. 11:9
Luc. 13:35
19:38
Joh. 12:13
Gezegend wie komt in de naam van de HEER.

Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER.

27De HEER is God, Hij heeft ons licht gebracht.

Vier feest en ga met groene twijgen118:27 Vier feest en ga met groene twijgen – Betekenis van het Hebreeuws onzeker. Ook mogelijk is de vertaling: ‘Bind de feestoffers met touwen’.

tot aan de hoorns van het altaar.

28U bent mijn God, U zal ik loven,

hoog zal ik U prijzen, mijn God.

29Loof de HEER, want Hij is goed,

eeuwig duurt zijn trouw.