Psalmen 122
1Een pelgrimslied van David.
Verheugd was ik toen ik hoorde:
‘Wij gaan naar het huis van de HEER,’
2verheugd ben ik, nu onze voeten staan
binnen je poorten, Jeruzalem.
3Jeruzalem, als een stad gebouwd,
hecht en dicht opeen.
4Daar komen de stammen samen,
de stammen van de HEER,
om Israëls plicht te vervullen,
te prijzen de naam van de HEER.
5Daar zetelt het gerecht,
daar troont het huis van David.
6Vraag om vrede voor Jeruzalem:
‘Dat rust hebben wie van je houden,
7dat vrede heerst binnen je muren
en rust in je vesting.’
8Om mijn verwanten en vrienden
zeg ik: ‘Vrede zij in jou.’
9Om het huis van de HEER, onze God,
wens ik je al het goede.
© 2004/2007 NBG | de NBV is vernieuwd. Bekijk de
NBV21