Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)
1

11

1:1-6
Deut. 30:15-20
Spr. 4:18-19
1:1-2
Ps. 119:1-3
Gelukkig de mens

die niet meegaat met wie kwaad doen,

die de weg van zondaars niet betreedt,

bij spotters niet aan tafel zit,

2

1:2
Joz. 1:8
maar vreugde vindt in de wet van de HEER

en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.

3

1:3
Jer. 17:8
Hij zal zijn als een boom,

geplant aan stromend water.

Op tijd draagt hij vrucht,

zijn bladeren verdorren niet.

Alles wat hij doet komt tot bloei.

4

1:4
Job 21:18
Ps. 35:5
Zo niet de wettelozen!

Zij zijn als kaf

dat verwaait in de wind.

5Wettelozen houden niet stand waar recht heerst,

zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen.

6De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen,

de weg van de wettelozen loopt dood.