God redt mensen omdat hij goed is
1Blijf de christenen vertellen dat ze het gezag van heersers en machthebbers moeten accepteren. Christenen moeten gehoorzaam zijn. Ze moeten bereid zijn om alles te doen wat goed is. 2Ze mogen niemand beledigen en geen ruzie zoeken, ze moeten juist vriendelijk zijn. Ja, ze moeten altijd laten zien dat ze vriendelijk zijn voor iedereen.
3Voordat we christenen werden, waren ook wij dwaas en ongehoorzaam. We hadden verkeerde ideeën. We waren in de macht van allerlei slechte verlangens. We waren gemeen en jaloers. We hadden een vreselijke hekel aan elkaar, we haatten elkaar.
4Maar toen liet God, onze redder, zien hoe goed hij is, en hoeveel hij van mensen houdt. 5Hij heeft ons gered. Niet omdat wij dat verdienen door onze goede daden, maar omdat hij medelijden met ons had. Door onze doop zijn we een nieuw leven begonnen. Dankzij de heilige Geest leven we als nieuwe mensen. 6God heeft ons allemaal zijn Geest gegeven, dankzij Jezus Christus, onze redder. 7We zijn dus gered omdat God goed voor ons is. We zullen het eeuwige leven krijgen. Daar vertrouwen we op.
Wees duidelijk
8Onze boodschap is betrouwbaar. Ik wil dat je er met grote zekerheid over vertelt. Want dan zullen de mensen die op God vertrouwen, hun uiterste best doen om goed te leven. Dat is goed en nuttig voor iedereen.
9Maar houd je niet bezig met domme discussies, met lijsten van voorouders, of met ruzies over de wet. Want die dingen zijn niet nuttig, maar zinloos.
10Iemand die ruzie in de kerk veroorzaakt, moet je twee keer waarschuwen. Als hij dan toch door blijft gaan, moet je hem uit de kerk zetten. 11Want het is duidelijk dat hij helemaal verkeerd bezig is. Doordat hij zondigt, laat hij zelf zien dat hij straf verdient.
Slot van de brief
12Ik zal ervoor zorgen dat Artemas of Tychikus naar je toe komt. Daarna moet je zo snel mogelijk bij mij komen in Nikopolis. Ik ga naar Nikopolis, want ik heb besloten om deze winter daar te blijven. 13Help Zenas, de advocaat, en Apollos goed bij het voorbereiden van hun reis. Zorg dat ze alles krijgen wat ze nodig hebben. 14Ook de christenen op Kreta moeten leren om goede dingen te doen. Daar moeten ze alles voor overhebben, juist als de nood groot is. Dan laten ze zien dat hun geloof nut heeft.
15Ik breng je de groeten over van iedereen die bij mij is. Doe mijn groeten aan onze vrienden die hetzelfde geloof hebben als wij.
Ik wens jullie toe dat God goed is voor jullie allemaal.