Johannes ziet een lam
God heeft een boek dat gesloten is
1Toen zag ik een boek in de rechterhand van God. Het boek was helemaal volgeschreven, en het was gesloten met zeven zegels. 2Ik zag ook een machtige engel. Hij riep luid: ‘Wie mag de zegels verbreken en het boek openen?’
3Maar er was niemand in de hemel of op de aarde of onder de aarde die het boek kon openen en lezen. 4Niemand was het waard om dat te doen, en daarom begon ik te huilen.
Jezus kan het boek openen
5Maar toen zei één van de 24 leiders: ‘Huil niet! Want er is iemand die de dood overwonnen heeft. Hij is een nakomeling van David, en hij wordt de Leeuw van Juda genoemd. Hij mag het boek met de zeven zegels openen.’
6Toen zag ik midden voor de troon een lam staan. Het stond tussen de vier dieren en de 24 leiders. Het leek alsof het lam geslacht was. Het had zeven hoorns en zeven ogen. Die ogen zijn de goede geesten van God, die overal in de wereld rondkijken.
7Het lam ging naar de troon toe en kreeg het boek uit de rechterhand van God.
Het lam wordt in de hemel vereerd
8Toen het lam het boek kreeg, knielden de vier dieren en de 24 leiders. Ze hadden allemaal een harp en een gouden schaal vol wierook. Die wierook is het gebed van de gelovigen.
9Ze begonnen een nieuw lied te zingen voor het lam:
‘U verdient het om het boek te krijgen,
u verdient het om de zegels te verbreken
en het boek te openen.
Want u bent gedood,
en dankzij uw dood
heeft God mensen bevrijd van hun schuld,
mensen uit de hele wereld,
van alle volken en talen.
10U maakte van hen een heilig volk van priesters.
Ze zullen als koningen heersen op aarde.’
Iedereen vereert het lam
11Behalve de stemmen van de vier dieren en de 24 leiders hoorde ik ook het geluid van heel veel engelen. Ze stonden rondom de troon. Het waren er duizenden, het waren er miljoenen! 12Ze riepen met luide stem: ‘Het lam dat gedood werd, verdient alle macht en rijkdom, alle wijsheid en kracht, alle eer en dank!’
13En ik hoorde iedereen zingen, in de hemel, op de aarde, onder de aarde en in de zee:
‘God en het lam verdienen alle eer,
alle macht en alle kracht,
altijd en overal.’
14De vier dieren antwoordden: ‘Amen.’ En de 24 leiders knielden voor God en het lam, en eerden hen.