Psalm 83
1Een lied van Asaf.
God, help uw volk
2God, luister naar ons,
blijf niet zwijgen.
Zie wat er gebeurt,
en help uw volk!
3Want uw vijanden gaan tekeer,
ze haten u, en ze vinden zichzelf geweldig.
4Ze maken plannen om ons aan te vallen,
ze willen vechten tegen uw eigen volk.
5Ze willen ons vernietigen,
zodat we voor altijd worden vergeten.
6Ze hebben samen plannen gemaakt,
allemaal zijn ze tegen u:
7het volk van Edom en de Ismaëlieten,
het volk van Moab en de Hagrieten,
8de volken van Gebal, Ammon en Amalek,
de Filistijnen en het volk van Tyrus.
9Zelfs de Assyriërs doen mee,
ze helpen Moab en Ammon.
God, vernietig uw vijanden
10God, vernietig ze allemaal!
Straf ze net als het volk van Midjan.
Straf ze net als Jabin en Sisera,
toen die vochten in het Kison-dal.
11Zij werden gedood bij Endor,
hun lichamen lagen te rotten op het land.
12-13Straf uw vijanden en hun leiders.
Zij willen heersen over het land waar u woont.
Straf ze zoals u Oreb en Zeëb strafte,
dood ze zoals u Zebach en Salmunna doodde.
14God, laat uw vijanden verdwijnen,
zoals een bloem die wordt weggeblazen,
zoals stof dat wegwaait in de wind.
15Vernietig ze allemaal,
zoals een vuur dat alles verwoest,
zoals een bosbrand in de bergen.
16Stuur een storm op hen af,
blaas ze weg in een orkaan!
17Heer, zorg dat ze de strijd verliezen.
Dan zullen ze hulp zoeken bij u!
18Maak ze bang, laat ze vluchten.
Zorg dat ze vernederd worden,
laat ze voor altijd verdwijnen.
19Dan zullen ze weten dat u de Heer bent,
de allerhoogste God op aarde,
u alleen!