Strijd voor hetzelfde doel
1Beste vrienden, ik houd van jullie en ik verlang ernaar om jullie te zien. Houd vast aan jullie geloof in de Heer. Dan zorgen jullie ervoor dat ik blij en trots kan zijn als de Heer terugkomt.
2Ik heb een boodschap speciaal voor Euodia en Syntyche: jullie moeten samen strijden voor hetzelfde doel, want jullie horen bij dezelfde Heer. 3En aan jou, mijn trouwe vriend, vraag ik om hen te helpen. Want Euodia en Syntyche hebben samen met mij veel moeite gedaan om het goede nieuws bekend te maken. Net zoals Clemens en mijn andere helpers. God heeft hun namen opgeschreven in het boek van het leven.
Wees blij
4Jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik zeg het nog eens: Wees altijd blij. 5Laat iedereen merken dat jullie vriendelijk zijn. En bedenk goed: de Heer is dicht bij ons. 6Maak je geen zorgen, maar vraag God alles wat je nodig hebt. Bid tot God, wat er ook gebeurt. En dank hem altijd.
7Dan zal God zijn vrede aan jullie geven. Dat is een vrede die geen mens ooit gekend heeft. Die vrede zal jullie gevoel en jullie gedachten beschermen tegen al het kwaad. Want jullie horen bij Jezus Christus.
Vergeet mijn lessen niet
8Vrienden, tot slot wil ik zeggen waar jullie je mee bezig moeten houden. Houd je bezig met alles wat waar is, alles wat respect verdient, alles wat goed is en zuiver, alles wat het waard is om van te houden en alles wat eer verdient. Dat betekent in het kort: doe wat goed is en waarvoor je respect krijgt.
9Houd je aan alles wat ik jullie geleerd heb. Doe alles wat ik jullie verteld heb en wat ik aan jullie heb laten zien. Dan zal God zijn vrede aan jullie geven.
Paulus is dankbaar
Paulus is altijd tevreden
10Ik ben erg blij dat wij bij elkaar horen door ons geloof in de Heer. Want jullie hulp aan mij laat zien dat jullie aan me denken. Ik wist natuurlijk allang dat jullie aan me denken. Maar nu hebben jullie eindelijk de kans gekregen om dat ook te bewijzen.
11Ik wil niet klagen dat ik het zo moeilijk heb. Want ik heb geleerd om in alle situaties tevreden te zijn. 12Ik weet hoe het is om arm te zijn, en ik weet hoe het is om rijk te zijn. Ik heb alle situaties meegemaakt: Soms had ik veel te eten, en soms had ik honger. Soms was ik rijk, en soms had ik helemaal niets. 13Ik kan alles verdragen, omdat de Heer mij kracht geeft.
14Toch was het heel goed van jullie om mij te helpen in mijn moeilijke situatie.
De hemelse beloning
15Vrienden in Filippi, jullie weten hoe het gegaan is. Nadat ik bij jullie het goede nieuws verteld had, vertrok ik uit Macedonië. Geen enkele kerk was bereid om te zorgen voor mij en mijn werk, behalve jullie. 16Zelfs toen ik nog maar net op reis was, in Tessalonica, stuurden jullie mij al twee keer het geld dat ik nodig had.
17Dat jullie mij steunen, vind ik niet het belangrijkste. Het belangrijkste is, dat jullie hemelse beloning groter en groter wordt. 18Alles waar ik recht op had, heb ik nu wel van jullie gekregen. En meer dan dat! Ik heb nu meer dan genoeg, door alles wat jullie aan Epafroditus meegegeven hebben. Alles wat jullie mij geven, is een geschenk waar God blij mee is. Het is voor hem als de heerlijke geur van offers. 19Mijn God zal jullie alles geven wat jullie nodig hebben. Hij zal zijn hemelse rijkdom met jullie delen, dankzij Jezus Christus.
20Alle eer aan onze God en Vader, voor altijd en eeuwig! Amen.
Slot van de brief
21Breng mijn groeten over aan iedereen die bij Jezus Christus hoort. Jullie krijgen de groeten van alle gelovigen die bij mij zijn. 22Jullie krijgen de groeten van alle christenen, vooral van de christenen die voor de keizer werken.
23Ik wens jullie toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is.