Doe Gods wil zonder op te vallen
1Jezus zei: ‘Let op! Je moet doen wat God van je vraagt. Maar je moet dat niet doen om op te vallen bij de mensen. Anders zul je geen beloning krijgen van je Vader in de hemel.
2Als je arme mensen geld geeft, laat dat dan niet aan iedereen weten. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij vertellen aan iedereen in de synagoge en op straat hoe goed ze zijn. Want ze willen dat de mensen goede dingen over hen zeggen. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen.
3-4Houd het geheim als je geld geeft aan arme mensen. Je linkerhand mag zelfs niet merken dat je rechterhand iets geeft. Je Vader ziet wat er in het geheim gebeurt. En hij zal je belonen.
Je moet niet bidden om op te vallen
5Als je bidt, laat dat dan niet aan iedereen zien. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij staan graag te bidden in de synagoge en op straat. Want dan kan iedereen hen zien. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen.
6Als je gaat bidden, ga dan je huis in en doe de deur dicht. Dan kun je in het geheim tot je Vader bidden. Je Vader ziet wat er in het geheim gebeurt. En hij zal je belonen.
Jezus legt uit hoe je moet bidden
7Als je bidt, moet je niet steeds maar door blijven praten. Dat doen de mensen die andere goden vereren. Ze denken: Hoe meer ik praat, hoe beter mijn god luistert! 8Dat moeten jullie dus niet doen. Want je Vader weet allang wat je nodig hebt. Dat weet hij al voordat je het gevraagd hebt.
9Als jullie bidden, gebruik dan deze woorden:
Onze Vader in de hemel,
laat iedereen u eren.
10Laat uw nieuwe wereld komen.
Laat op aarde uw wil gedaan worden,
net zoals dat in de hemel gebeurt.
11Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben.
12En vergeef ons wat we fout gedaan hebben,
want wij hebben ook andere mensen hun fouten vergeven.
13Help ons om nooit tegen u te kiezen.
En bescherm ons tegen de macht van het kwaad.
[Want u bent koning,
u regeert met grote macht,
voor altijd. Amen.]’
14Jezus zei verder: ‘Je moet andere mensen hun fouten vergeven. Dan zal je hemelse Vader ook jouw fouten vergeven. 15Maar als je andere mensen hun fouten niet vergeeft, dan zal je Vader ook jouw fouten niet vergeven.
Je moet niet vasten om op te vallen
16Als je een dag gaat vasten uit eerbied voor God, laat dat dan niet aan iedereen weten. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij kijken somber en ze gooien zand over hun hoofd. Zo kan iedereen zien dat ze die dag vasten. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen.
17-18Als je een dag gaat vasten, houd het dan geheim. Was en verzorg je gezicht. Dan merkt niemand het, behalve je Vader. Hij ziet wat er in het geheim gebeurt. En hij zal je belonen.
Jezus geeft waarschuwingen
19Je moet niet proberen om rijk te worden op aarde. Want aardse rijkdom zal verdwijnen. Die rot weg of wordt gestolen door dieven. 20Nee, zorg dat je rijk wordt in de hemel. Want hemelse rijkdom verdwijnt nooit. Die kan niet wegrotten of gestolen worden. 21Laat de hemelse rijkdom het allerbelangrijkste voor je zijn.
22Elk mens kan licht uitstralen. Als je doet wat God wil, dan zul je licht uitstralen. 23Maar als je niet doet wat God wil, dan zul je geen licht uitstralen. Als je helemaal niet doet wat God wil, dan is het licht in jou uitgegaan.
24Je kunt niet trouw zijn aan twee bazen tegelijk. Want je zult altijd meer liefde hebben voor de één dan voor de ander. En je zult altijd meer respect hebben voor de één dan voor de ander. Je kunt dus niet tegelijk voor God en voor het geld leven.
Maak je geen zorgen
25Luister naar mijn woorden: Maak je geen zorgen over eten en drinken. Want je leven is veel belangrijker dan eten en drinken. En maak je geen zorgen over kleren. Want je lichaam is veel belangrijker dan kleren.
26Kijk eens naar de vogels in de lucht. Ze werken niet op het land en ze bewaren geen graan in een schuur. Jullie Vader in de hemel geeft ze te eten. En jullie zijn voor hem veel belangrijker dan de vogels. 27Maak je dus geen zorgen. Dat heeft geen zin, je blijft er geen dag langer door leven.
28-29Maak je geen zorgen over kleding. Kijk eens naar de bloemen die groeien in het veld. Ze werken niet en ze maken geen kleren. Toch zijn ze prachtig. Ja, zelfs nog mooier dan koning Salomo in zijn mooiste kleren.
30Het gras dat vandaag op het veld staat, wordt morgen gebruikt om een vuur te maken. En toch versiert God het gras met prachtige bloemen. Dan zal God zeker voor jullie zorgen! Waarom vertrouwen jullie dan niet op hem?
31Maak je dus geen zorgen. Zeg niet: ‘Hoe komen we aan eten?’ of: ‘Hoe komen we aan drinken?’ of: ‘Hoe komen we aan kleren?’ 32Met die dingen houden de mensen zich bezig die God niet kennen. Je Vader in de hemel weet echt wel dat je al die dingen nodig hebt. 33Houd je bezig met Gods nieuwe wereld en doe wat God van je vraagt. Dan zal God je al die andere dingen ook geven.
34Maak je geen zorgen over morgen. Bewaar die zorgen maar voor morgen. Je hebt het al moeilijk genoeg met vandaag.