De nieuwe tijd
Er komt hulp voor het heilige volk
1Daarna zei de man in de witte kleren tegen mij: ‘Daniël, in die tijd komt er iemand om jouw volk te helpen. Dat is Michaël, de engel die Israël beschermt. Het zal een slechte tijd zijn. Geen volk op aarde heeft ooit zo’n slechte tijd meegemaakt. Maar van jouw volk worden er mensen gered. Hun namen staan in het boek van God.
2Veel van de mensen die al gestorven zijn, zullen weer gaan leven. Sommigen zullen dan voor altijd leven met God. Maar anderen zullen voor altijd gehaat worden, en hun leven zal verschrikkelijk zijn. 3Dan zijn de wijze mensen als een licht voor het volk, ze leren mensen om het goede te doen. Ze zullen schitteren als sterren aan de hemel.
4Daniël, je moet de dingen uit het boek van God geheimhouden. Veel mensen willen weten wat erin staat. Ze zullen er steeds meer van ontdekken. Maar het boek moet dicht blijven totdat het einde van de tijd gekomen is.’
Daniël ziet nog twee andere mannen
5Toen zag ik plotseling twee andere mannen. De ene stond vlak bij mij. De andere stond aan de overkant van de rivier de Tigris. 6Eén van hen praatte met de man in de witte kleren die iets verderop stond. Hij vroeg: ‘Wanneer komt er een eind aan die wonderlijke gebeurtenissen?’
7Toen zei de man in de witte kleren: ‘Dit zeg ik je namens de God die altijd leeft: Na drieënhalf jaar zal aan al die dingen een einde komen. Dan zal het heilige volk niet langer meer lijden. Dat is zeker!’
Daniël vraagt hoe het einde zal zijn
8Ik hoorde wat de man in de witte kleren zei, maar ik begreep het niet. Ik vroeg: ‘Heer, hoe zullen al die dingen aflopen?’ 9Hij antwoordde: ‘Dat mag je niet weten, Daniël. Het boek blijft dicht. Wat erin staat, is geheim totdat het einde gekomen is. 10Veel mensen zullen een moeilijke tijd meemaken. Sommigen zullen dan laten zien dat ze bij Gods volk horen. Anderen niet. Mensen die zich altijd tegen God verzet hebben, zullen niet begrijpen wat God bedoelt. Alleen wijze mensen zullen het begrijpen.
11Er zal een dag komen waarop de dagelijkse offers niet meer gebracht mogen worden. Dan zal het beeld van een andere god in de tempel gezet worden.
Dat zal 1290 dagen zo blijven. 12Dan maakt God de mensen gelukkig die volhouden tot die slechte tijd voorbij is. Die tijd duurt 1335 dagen.
13Maar, Daniël, je moet nu gaan. Als je sterft, zul je rust vinden in je graf. Maar als het einde komt, zul je weer gaan leven. Dan zal God je geven wat hij voor jou bestemd heeft.’’