Later zullen we op Christus lijken
1Bedenk hoeveel de Vader van ons houdt! Zijn liefde voor ons is zo groot, dat hij ons zijn kinderen noemt. En dat zijn we ook. Maar de mensen die bij de wereld horen, begrijpen niet dat wij Gods kinderen zijn. Dat komt doordat ze God niet kennen.
2Lieve vrienden, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we later zullen zijn, weten we nog niet. Maar we weten wel dat we op Jezus zullen lijken als hij terugkomt. Dan zullen we hem zien zoals hij is, als de hemelse Christus.
3We moeten erop vertrouwen dat God die dingen zal laten uitkomen. Wie daarop vertrouwt, is heilig. Net zoals Jezus Christus heilig is.
Kinderen van God zondigen niet
4Iedereen die zondigt, komt in opstand tegen God. Want zondigen is hetzelfde als tegen God in opstand komen.
5Jullie weten dat Jezus Christus naar de wereld gekomen is om onze zonden weg te nemen. Jezus zelf is zonder zonde. 6Iedereen die met hem verbonden blijft, zondigt niet. Mensen die wel blijven zondigen, kennen Jezus niet echt.
Wie zondigt, hoort bij de duivel
7Lieve vrienden, denk erom: laat je door niemand bedriegen! Iedereen die op een goede manier leeft, is goed, net zoals Jezus goed is. 8Maar iedereen die zondigt, hoort bij de duivel. Want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. En de Zoon van God is naar de wereld gekomen om het werk van de duivel te vernietigen.
9Kinderen van God zondigen niet, omdat Gods Geest voor altijd in hen is. Ze kunnen niet eens zondigen, want God is hun Vader.
10Hoe kun je zien of iemand een kind van God is of een kind van de duivel? Wie niet op een goede manier leeft, is geen kind van God. En wie andere gelovigen niet liefheeft, is ook geen kind van God.
Houd van elkaar
Over leven en dood
11Dit is de boodschap die we kennen sinds we christenen zijn: houd van elkaar.
12Wees niet zoals Kaïn. Hij was een kind van de duivel, en vermoordde zijn eigen broer. Waarom deed hij dat? Omdat zijn eigen daden slecht waren, en de daden van zijn broer goed.
13Vrienden, wees niet verbaasd als de mensen jullie haten. 14Wij weten dat we niet meer in de macht van de dood zijn, maar dat we eeuwig zullen leven. Want wij houden van elkaar. Wie geen liefde heeft, blijft in de macht van de dood.
15Iedereen die een andere gelovige haat, is een moordenaar. En jullie weten dat moordenaars nooit het eeuwige leven kunnen krijgen.
Liefde moet zichtbaar worden in daden
16Jezus Christus heeft ons geleerd wat liefde is. Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Daarom moeten ook wij ons leven geven voor andere gelovigen.
17Stel dat een rijke gelovige ziet dat een andere gelovige arm is. Maar hij heeft geen medelijden met die ander, en helpt hem niet. Dan blijft Gods liefde niet in hem.
18Vrienden, we moeten anderen laten merken dat we van hen houden. Niet door mooie woorden, maar door daden die Gods waarheid laten zien.
Vol vertrouwen voor God staan
19Als we in liefde met elkaar leven, laten we zien dat we bij de waarheid horen. We kunnen dan vol vertrouwen voor God staan. 20En stel dat we ons toch nog schuldig voelen. Dan mogen we weten dat God ons beter kent dan dat wij onszelf kennen. Hij weet dat we ons best doen om goed te leven.
21Vrienden, als we ons niet langer schuldig voelen, kunnen we vol vertrouwen bij God komen. 22Dan krijgen we van hem alles wat we vragen, omdat we ons houden aan zijn regels en doen wat hij graag wil.
De regel die God ons geeft
23Dit is de regel die God ons geeft: We moeten geloven in zijn Zoon Jezus Christus. En we moeten van elkaar houden, zoals Jezus dat aan ons geleerd heeft.
24Wie zich aan Gods regels houdt, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem. Hoe merken we dat God in ons blijft? Door de heilige Geest die hij aan ons gegeven heeft.