Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wat is de Hinnomdal?

Het Hinnomdal wordt in het Oude Testament op verschillende manieren aangeduid: het dal van Hinnom en het dal van Ben-Hinnom (‘de zoon van Hinnom’). Deze namen verwijzen naar de oorspronkelijke eigenaars van het dal, de familie Hinnom.

Begraafplaats

Vroeger nam men aan dat het dal ten oosten van Jeruzalem lag, maar sinds de negentiende eeuw gaat men ervan uit dat het Hinnomdal ten westen en zuiden van het bijbelse Jeruzalem lag, buiten de stadsmuren uit die periode.
Het Hinnomdal diende – waarschijnlijk sinds de tijd van koning Hizkia – als plaats om de doden te begraven. Archeologische opgravingen laten dit zien. Hierbij zijn onder meer familiegraven gevonden, die eeuwenlang in gebruik waren.

Offers aan Moloch

Het Hinnomdal heeft in de tijd van de Bijbel een zeer ongunstige klank gekregen, omdat hier een cultus plaatsvond die de verontwaardiging van de bijbelschrijvers opriep. Deze cultus is verbonden met de naam ‘Moloch’.
De precieze aard van deze cultus is omstreden, evenals de naam Moloch zelf. Mogelijk was Moloch oorspronkelijk de naam van een ritueel waarbij kinderen werden geofferd, zoals in Carthago. De bijbelschrijvers hebben Moloch echter opgevat als de naam van de god van de Ammonieten (1 Koningen 11:7).
De gebruikelijke omschrijving van het ritueel is ‘je zoon of dochter als offer voor Moloch verbranden’ (2 Koningen 23:10). Hierbij zou het gaan om het brengen van kinderoffers op de verbrandingsplaats Tofet op het terrein van de begraafplaats in het Hinnomdal.

Koning Josia

Koning Josia ondernam een actie tegen de cultus door de offerplaats te ontwijden (2 Koningen 23:10). Dit heeft kennelijk geen blijvend effect gehad, want de profeten Jeremia en Ezechiël keren zich nog steeds in felle bewoordingen tegen de cultus van kinderoffers (bijvoorbeeld Jeremia 7:31-32 en Ezechiël 23:37-39).
Na de val van Jeruzalem in 586 voor Christus is er geen sprake meer van dit soort offers, maar de herinnering eraan blijft bestaan.

Gehenna

Vanwege de ongunstige betekenis die het Hinnomdal in het Oude Testament had gekregen, werd in de hellenistische periode de verkorte Aramese vorm van deze naam (‘Gehenna’), gebruikt als aanduiding voor de hel. Dit gebeurt bijvoorbeeld in het apocriefe boek Henoch. Ook in het Nieuwe Testament komt de aanduiding ‘Gehenna’ voor, bijvoorbeeld in Marcus 9:43.
In deze tijd situeerde men de Gehenna ten oosten van Jeruzalem, in de buurt van de Olijfberg. Dat is later ook overgenomen in de islam.

Haal het meeste uit debijbel.nl

Word BIJBEL+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot:

  • Meer dan 20 Bijbelvertalingen (waaronder bronteksten)
  • Extra achtergrondinformatie
  • Studieaantekeningen

Als BIJBEL+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons