Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Lianne van Dijk

Alle wegen leiden naar Rome

De Week van de Klassieken staat dit jaar in het teken van ‘Wegen naar Rome’. Iemand die ook op weg ging naar Rome, is Paulus. In Handelingen 27 lezen we hoe hij een turbulente reis (inclusief schipbreuk) doorstond, vastbesloten om Rome te bereiken. Maar waarom eigenlijk? Zo’n fijne plek was Rome toch niet voor christenen in die tijd?

Rome in het Nieuwe Testament

Het christendom ontstond in de context van de Romeinse overheersing. Het was de Romeinse keizer Augustus die het decreet afkondigde waardoor Jozef en Maria op weg gingen naar Betlehem (Lucas 2:1). Koning Herodes, die alle jongetjesbaby’s in de omgeving van Betlehem liet vermoorden (Matteüs 2:16), was door de Romeinen aangesteld. Toch was er vrij veel religieuze vrijheid onder de Romeinse overheersing, zolang men maar geen onrust stookte en gehoorzaam was aan de keizer. Jezus roept zijn leerlingen daar zelf ook toe op: ‘Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort’ (Matteüs 22:21).

De joodse elite werkte samen met de Romeinen en leidde zo een comfortabel leven. De christenen gooiden echter roet in het eten met hun afwijkende ideeën. Zij zorgden wel degelijk voor onrust. Naarmate de joden zich begonnen af te zetten tegen de christenen, kwamen zij vaker in de problemen. Wrijving was hoe dan ook onvermijdelijk, omdat christenen nooit de keizer op nummer één zouden zetten en omdat de christenen Gods koninkrijk al spoedig verwachtten. Niet voor niets zagen sommigen Jezus als degene die hen zou bevrijden van Rome – iets waar de overheerser al helemaal niet blij mee was en wat de joodse leiders ook in een lastig parket bracht!

Het Romeinse Rijk was ingericht volgens het recht van de sterkste. Rome stond als stad dan ook symbool voor weinig goeds. Hoewel Rome in het boek Openbaring niet met naam en toenaam wordt genoemd, kun je haar wel in allerlei beelden terugzien. Onder andere in Openbaring 17, waar het gaat over ‘die vrouw en het beest dat haar draagt, met zijn zeven koppen en tien hoorns.’ (vers 7) Verderop, in vers 9, wordt verduidelijkt dat de zeven koppen verwijzen naar zeven heuvels; Rome staat erom bekend dat het op zeven heuvels is gebouwd. Dit beest met zijn zeven koppen zal het lam proberen te verslaan: ‘Ze binden de strijd aan met het lam, maar het lam, de hoogste Heer en koning, zal hen overwinnen, samen met wie Hem toehoren: zij die geroepen en uitgekozen zijn en die trouw zijn’ (Openbaring 17:14).

Paulus’ reis naar Rome

Christus, het lam, en al zijn volgelingen zullen dus overwinnen. Dat klinkt mooi, maar je kon je als christen in die tijd maar het beste stilhouden om ervoor te zorgen dat de Romeinen je niet opmerkten. Dan kon jij rustig in je hoekje je eigen geloof praktiseren, zonder iemand lastig te vallen en zonder dat de overheerser je als een bedreiging kon zien. Toch?

Voor Paulus ligt dat anders. Hij wil juist heel graag naar Rome om de gemeente daar te steunen en het goede nieuws vanuit deze wereldstad weer verder te brengen. In zijn brief aan de Romeinen bereidt hij zijn bezoek alvast voor.

Uiteindelijk belandt Paulus inderdaad in Rome, maar dan wel op een andere manier dan hij zelf bedacht had. Joden uit Jeruzalem brengen beschuldigingen tegen hem in, die vooral te maken hebben met godsdienstige zaken. De joodse leiders beweerden dat Jezus dood was, terwijl Paulus de opgestane Jezus predikte. De Romeinse procurator Festus weet zich er geen raad mee en stelt voor om Paulus naar Jeruzalem te sturen om daar berecht te worden, maar Paulus beroept zich op de keizer. Voordat hij daadwerkelijk naar Rome wordt gestuurd, hoort koning Agrippa zijn betoog aan (Handelingen 26). Er moet namelijk iets op schrift worden gesteld over de aanklacht die tegen Paulus is ingebracht.

Paulus houdt vervolgens een gloedvol betoog over zijn bekeringsverhaal, de noodzaak tot inkeer en Jezus’ opstanding uit de dood. Hoewel Festus dit alles afdoet als ‘wartaal’ en geen reden ziet om hem te vervolgen, moet hij Paulus wel naar Rome sturen omdat hij daar nu eenmaal recht op heeft (Handelingen 26:31b-32).

In Rome

Na zijn turbulente reis komt Paulus aan in Rome, waar hij onder bewaking in een eigen huis mag wonen. Ironisch genoeg gebruikt hij zijn tijd in Rome om met de joodse leiders daar te spreken en het evangelie verder te verspreiden. Niet iedereen laat zich overtuigen, maar hij blijft vrijmoedig prediken.

Waarom koos Paulus ervoor om zich te beroepen op de keizer en naar Rome te gaan? Hij had zich net zo makkelijk de gevaarlijke reis naar het hol van de leeuw kunnen besparen. Maar wie weet was dit wel juist de plek waar hij moest zijn: dicht bij het vuur, waar de boodschap van de opgestane Jezus misschien wel het hardst nodig was. Zo droeg hij zijn steentje bij aan de komst van Gods koninkrijk, dat uiteindelijk het beest met zijn zeven koppen compleet omver zal werpen. Rome heeft niet het laatste woord.

Leesplan Romeinen

In dit leesplan maak je in tien dagen kennis met de Romeinenbrief. Het centrale thema van die brief is de redding die Jezus heeft gebracht.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons