Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Bidden in de avond

Bijbeltekst(en)

Psalmen 4

9In vrede leg ik mij neer

en meteen slaap ik in,

want U, HEER, laat mij wonen

in een vertrouwd en veilig huis.

Psalmen 4:9NBV21Open in de Bijbel

Wie wel eens worstelt met in slaap vallen weet hoe het piekeren en malen de overhand kunnen nemen. Er zijn vaak zoveel zorgen die je wakker houden: spanningen op het werk, ziekte, conflicten, financiële zorgen of relatieproblemen. Juist in de nacht lijken de zorgen nog groter. Pas wanneer je ze kunt loslaten, kun je je overgeven aan de slaap.

Wie moeilijk in slaap kan komen, zal zichzelf niet herkennen in dit vers uit Psalm 4: ‘In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in.’ Had de schrijver – volgens de traditie koning David – zo’n zorgeloos bestaan? Als we de hele psalm lezen, zullen we merken dat dat zeker niet het geval was. David werd op de hielen gezeten door belagers. Hij bidt: ‘Geef mij ruimte als ik belaagd word, wees genadig, hoor mijn gebed.’ David zit klem, hij kan geen kant op. Zoals wij ook vast kunnen zitten, in gedachten of misschien wel in ons eigen lijf vol spanning. David smeekt om ruimte.

En dan staat er het ontroerende zinnetje: ‘HEER, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen.’ In de donkerheid van de nacht valt David terug op het zinnetjes uit de Aäronitische zegen uit Numeri 6. Het is goed mogelijk dat hij deze uit het hoofd kende. Het is de zegen die tot op de dag van vandaag in veel kerken iedere zondag aan het einde van de viering klinkt: ‘Laat het licht van uw gelaat over ons schijnen.’ Alleen het licht van Gods aangezicht kan de duisternis laten verdwijnen. En dan sluit David dit gebed af vol overgave. ‘In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in, want U HEER, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis.’

Worstel jij wel eens met in slaap vallen? Welke zorgen komen dan boven?

Bid je wel eens een (vast) avondgebed?

Heb je wel eens ervaren hoe licht de duisternis kan breken?

 

Geschreven door Hanna Rijken

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons