
Sara
Sara is de vrouw van Abraham en een van de stammoeders van Israƫl. Ze is een knappe vrouw. Als ze negentig jaar oud is, krijgt ze een zoon: Isaak. Sara is de eerste persoon van wie de Bijbel de begrafenis noemt.
De naam Sara
Sara heet eerst Sarai, wat āvorstelijkā betekent. In Genesis 17:15 krijgt zij, net als haar man Abraham, een nieuwe naam. Vanaf dat moment heet ze Sara. Dat betekent: vorstin.
Sara is de vrouw van Abraham en de moeder van Isaak. Volgens Genesis 20:12 is ze ook de halfzus van Abraham: ze hebben dezelfde vader, maar een andere moeder.
Een andere vrouw in de Bijbel met de naam Sara is de vrouw van Tobias (Tobit 3:17).
Een knappe vrouw
Sara is een knappe vrouw. Als ze in het buitenland zijn, vertelt Abraham daarom twee keer dat Sara zijn zus is. Hij is namelijk bang dat de bewoners hem zullen doden vanwege zijn mooie vrouw. In Egypte laat de farao Sara in zijn harem opnemen. Als de farao erachter komt dat Sara getrouwd is met Abraham, stuurt hij hen allebei weg.
Ook koning Abimelech van Gerar laat Sara naar zijn paleis halen. Maar God waarschuwt Abimelech in een droom, zodat hij Sara met veel geschenken aan Abraham teruggeeft.
Sara lacht
Sara is lang onvruchtbaar. Om toch een zoon te krijgen, geeft ze haar slavin Hagar als bijvrouw aan haar man. Toch krijgt ze, als ze negentig jaar oud is, zelf een zoon: Isaak. Als drie engelen vertellen dat Sara over een jaar een zoon zal hebben, gelooft ze hen niet en lacht. Daarom noemt ze haar zoon uiteindelijk āIsaakā. Deze naam betekent āhij lachtā.
Saraās begrafenis
Sara sterft eerder dan Abraham. Abraham rouwt om haar, en koopt een graf voor haar. Ze wordt begraven in een grot op een akker bij de plaats Machpela in het land KanaƤn (Genesis 23:1-20). Ook Abraham, Isaak, Rebekka, Lea en Jakob worden in dit familiegraf begraven.
Sara is de eerste persoon over wie de Bijbel vertelt dat zij begraven wordt.
Sara in het Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament wordt Saraās trouw aan Abraham aangehaald als voorbeeld van echtelijke trouw (1 Petrus 3:6) en ook haar geloof is een voorbeeld voor anderen (HebreeĆ«n 11:11).
Bijbelverzen
- Genesis 12
- Genesis 16:1-15
- Genesis 17:15
- Genesis 20:1-18
- Genesis 21:1-13
- Genesis 23:1-20
- Tobit 3:17
- Hebreeƫn 11:11
- 1 Petrus 3:6
- Genesis 11:27-32
- Genesis 18:1-15