Jesaja 40-55
In de hoofdstukken 40-55 staat een tweede verzameling profetieƫn in het boek Jesaja.
Deutero-Jesaja
Het tweede gedeelte van het bijbelboek Jesaja wordt toegeschreven aan een profeet die optrad tijdens de Babylonische ballingschap. De hoofdstukken 40-55 worden aangeduid met de term Deutero-Jesaja, āde tweede Jesajaā.
De profeet van Deutero-Jesaja wordt gezien als een geestverwant van de grote profeet Jesaja. Zijn profetieƫn hebben betrekking op een tijd zonder hoop of perspectief. Maar hij kondigt aan dat God het volk uit de ballingschap zal bevrijden. Hierbij zal Cyrus, de koning van de Perzen (601-530 voor Christus), een rol spelen (Jesaja 44:28-45:8). De terugkeer naar het eigen land wordt vergeleken met de uittocht uit Egypte: weer gaat het volk een nieuwe toekomst tegemoet.
De profeet roept zijn toehoorders op niet apathisch te blijven, maar terug te keren naar Jeruzalem.
Themaās
Een belangrijk thema in dit gedeelte is dat de God van Israƫl heel anders is dan andere goden. Hij heeft de wereld geschapen en bepaalt de loop van de geschiedenis. Hij zal Israƫl in ere herstellen, en dan zal het een licht voor andere volken zijn.
Dat is vooral te lezen in de profetieƫn over de dienaar van de HEER (zie onder andere in Jesaja 42:1-9 en Jesaja 52:13-53:12).
In het Nieuwe Testament worden deze teksten vaak geciteerd in verband met Jezus.
Stijl
De hoofdstukken 40-55 zijn geschreven in een poƫtisch verheven en beeldende stijl.
Datering
De Jesajatraditie groeide in de zesde en vijfde eeuw voor Christus verder. In die tijd werden er grote stukken toegevoegd die aan de basis liggen van Jesaja 40-55.
In deze hoofdstukken wordt commentaar geleverd op gebeurtenissen uit de tweede helft van de zesde eeuw: de ondergang van het Babylonische rijk en de vestiging van het Perzische Rijk van koning Cyrus.