
Calvijn en het vertalen van de Bijbel
Wulfert de Greef, "Calvijn en het vertalen van de Bijbel", in: Met Andere Woorden 28 (4), Haarlem 2009.
We kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe intensief Calvijn (1509-1564) bezig geweest is met de uitleg van de Bijbel. Guillaume Farel (1489-1565) bezwoer hem in augustus 1536 in Genève te blijven. Enkele maanden eerder was de Institutie van Calvijn verschenen. Farel beschouwde Calvijn, die op doorreis was naar Bazel, als de man die hem helpen kon gestalte te geven aan de reformatie waarvoor de inwoners van de stad in mei 1536 gekozen hadden. In het vele werk dat Calvijn verzet heeft, nam de uitleg van de Bijbel een centrale plaats in. Vele jaren lang preekte hij elke veertien dagen tien keer. Het ene na het andere bijbelboek kwam in lectio continua aan de beurt. Zo ging het ook met de colleges die Calvijn gaf aan studenten, predikanten en andere belangstellenden. Dankzij stenografen is veel van Calvijns bijbeluitleg bewaard gebleven. Calvijn schreef zelf ook verscheidene commentaren, zowel op het Nieuwe Testament, met uitzondering van 2 en 3 Johannes en de Openbaring van Johannes, als op het Oude Testament (het betreft de commentaren op Genesis tot en met Jozua, de Psalmen en Jesaja).