Artikel
SV: bronteksten
De vertalers van de Statenvertaling gingen uit van de beste bronteksten die er in die tijd waren. En ze maakten gebruik van de beste vertalingen, commentaren en woordenboeken die er waren.
Het was hun opdracht om zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst aan te sluiten. De manier van spreken in het Hebreeuws en Grieks moest in het Nederlands zo veel mogelijk bewaard blijven. Twee kenmerkende eigenschappen van de Statenvertaling zijn het gevolg van deze belangrijke regel:
- Hebraïserende taal – het letterlijk vertalen kleurde het Nederlands met eigenaardigheden van het Hebreeuws, zoals ‘het lied der liederen’ als superlatief, in plaats van ‘het mooiste lied’.
- Verklarende aantekeningen – bij de letterlijke vertaling was som nadere uitleg nodig, die in aantekeningen bij de vertaling gegeven werd. Die uitleg werd, duidelijk onderscheiden van de bijbeltekst zelf, in een ander lettertype, aan de rand geplaatst.