Artikel

BGT: retorische vragen

In de Bijbel komen nogal eens retorische vragen voor. Vragen die niet bedoeld zijn als een echte vraag, maar als een stellige uitspraak. Als uit de situatie niet af te leiden is, dat het geen echte vraag is, kan er verwarring ontstaan. De Bijbel in Gewone Taal geeft een retorische vraag daarom vaak weer als een stellige uitspraak, of geeft het antwoord dat verwacht wordt.

Twee voorbeelden

  • In Romeinen 8:31-35 staat in de brontekst in elk vers een retorische vraag. In de BGT is in vers 31 een deel van de vraag blijven staan. Er staat eerst als een zekerheid ‘God houdt van ons’. Dan volgt een vraag ‘Voor wie zouden wij dan nog bang moeten zijn?’ Er komt geen antwoord, maar door wat eraan voorafgaat, begrijpt de lezer dat dat antwoord moet zijn: Voor niemand!
  • In Romeinen 8:32 is de vraag als een krachtige mededeling vertaald: ‘Maar dan is het zeker dat …’ De vraag uit vers 33 is als een vraag vertaald, maar hij wordt gevolgd door het antwoord dat verwacht wordt: ‘Nee!’ En in vers 35 zijn de vragen weer als een stellige uitspraak vertaald: ‘Christus houdt van ons. Niets kan dat veranderen.’