Satan in het Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament is Satan de grote tegenstander van God, die verantwoordelijk is voor het kwaad in de wereld.
Satan als gevallen engel
Vanaf de tweede eeuw voor Christus ontwikkelde zich een nieuw beeld van Satan. In sommige joodse teksten werd hij getypeerd als de aartsvijand van God. Hij werd gezien als de heer van het rijk van de duisternis, en de vorst van de boze geesten
In de christelijke traditie kwam de voorstelling op dat de duivel de mens tot zonde
Satan in het Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament is Satan de vorst van het rijk van de duisternis. Zijn rijk omvat de hele wereld (vergelijk Matteüs 4:1-11
Mensen die niet in Jezus Christus geloven, vallen onder de heerschappij van Satan. Wie in hem gaat geloven, gaat over van het rijk van de duisternis naar het rijk van het licht. Maar Satan blijft de verleider, en wie zijn geloof verliest, valt in Satans handen terug (1 Johannes 2:18-19
De overwinning over Satan
In het boek Openbaring
Andere namen voor Satan
Andere namen voor Satan zijn Lucifer (naar de Latijnse vertaling van het woord ‘morgenster’ in Jesaja 14:12