Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Demonen uit het Oude Nabije Oosten

In het Oude Nabije Oosten was het geloof in demonen een belangrijk onderdeel van het wereldbeeld. Geesten en demonen hadden invloed op het dagelijks leven van de mensen.

Ondergeschikt aan de goden

Geesten hoorden bij de wereld van het goddelijke, maar ze waren ondergeschikt aan de goden. De goden zorgden voor een bepaalde orde in de wereld. Ze konden ingrijpen door mensen te belonen of te straffen. Die beloning of straf lieten ze uitvoeren door de geesten. Geesten konden dus geluk (zegen) of ongeluk (vloek) over iemand brengen, afhankelijk van de beslissingen van de goden. Niet alleen beschermende geesten, die zegen en geluk brachten, hadden zo een plaats binnen de goddelijke orde, maar ook kwelgeesten, die ongeluk, ziekte en dood brachten.

Kwade geesten

Buiten de goddelijke orde heerste chaos. Dat was het domein van de demonen, de kwade geesten. Zij konden de wereld van orde binnendringen en mensen aanvallen. Soms met ziekte tot gevolg, zoals hoofdpijn, depressiviteit, epilepsie, invaliditeit en waanzin.
Om de kwade geesten te kunnen bestrijden, moest eerst hun identiteit worden vastgesteld. Bovendien moesten er tegenkrachten worden opgeroepen: goden of goede geesten die de kwade geesten konden verjagen. Als de kwade krachten waren opgewekt door de woede van een god, moest die god gekalmeerd worden. Dat alles kon gedaan worden via bezweringen en rituelen.

Voor informatie over demonen in het Oude en Nieuwe Testament, zie:

 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.8
Volg ons