Hebreeën
Het boek Hebreeën heeft enkele kenmerken van een brief, maar is eerder een retorisch betoog om lezers te overtuigen. De tekst is waarschijnlijk geschreven in het laatste kwart van de eerste eeuw. De auteur is onbekend. Het doel van de tekst is te zorgen dat de lezers betrokken christenen blijven.
Thema
Uit het boek blijkt dat een deel van de beoogde lezers meer interesse krijgt voor het joodse geloof, ten koste van het christelijke geloof. De schrijver wil voorkomen dat zijn lezers hun christelijk geloof verliezen.
Centraal in de brief staat daarom de vergelijking tussen het jodendom en het christendom. Op basis van passages uit het Oude Testament wil de schrijver laten zien dat Jezus de vervulling is van de beloften die vroeger gedaan zijn, en dat met Jezus een nieuw tijdperk is aangebroken. De schrijver wil voor de lezers die het christelijk geloof dreigen te laten vallen, benadrukken dat het christendom de enige juiste weg tot God is.
Jezus als hogepriester in de hemel
Een belangrijk motief in het boek is het beeld van Jezus als hogepriester in de hemel. Aan de hand van het Oude Testament wordt beschreven hoe het jodendom een hogepriester heeft in de tempel. De schrijver wil laten zien dat ook Jezus een hogepriester is, maar dan van een ander soort. Jezus is niet tijdelijk hogepriester, zoals de joodse priesters, maar voor eeuwig; met zijn dood heeft hij voorgoed de zonden weggenomen. Hij is geen priester op aarde, maar in de hemel, bij God. Ook met deze redenering probeert de schrijver zijn lezers te overtuigen van de waarheid van het christendom (zie bijvoorbeeld Hebreeën 10:21-25).
Genre
Het is de vraag of De brief aan de Hebreeën wel echt een brief is. De gebruikelijke begroeting aan het begin ontbreekt, en inhoudelijk lijkt het boek meer een retorisch betoog dan een brief. Toch wordt het beoogde publiek net als in de brieven van Paulus aangesproken met ‘broeders en zusters’ en ‘geliefden’, en eindigt het boek met een slotgroet.