Galaten
Paulus spreekt de ontvangers van deze brief aan als 'Galaten' (Galaten 3:1). Met de term Galaten bedoelt hij waarschijnlijk de inwoners van het zuidelijk deel van de Romeinse provincie Galatië. De brief aan de Galaten is waarschijnlijk geschreven rond 54-55 na Christus.
Thema
Het belangrijkste onderwerp van de brief is de vraag in hoeverre niet-Joodse christenen zich aan de Joodse wetten moeten houden.
Paulus schrijft zijn brief nadat hij gehoord heeft dat Joodse christenen aan de gemeenten van Galatië verkondigd hebben dat zij zich moeten laten besnijden en de Joodse voorschriften moeten naleven. De gemeenten willen daar wel gehoor aan geven, maar Paulus wil dit voorkomen. Volgens hem zijn de niet-Joodse christenen door het sterven van Christus gered. Daarom mogen de Joodse christenen wel gewoon omgaan met deze niet-Joden zonder dat de niet-Joden zich moeten besnijden en zich aan alle Joodse voorschriften hoeven te houden.
Bovendien vindt Paulus dat wie in Christus gelooft, voor God rechtvaardig is. Gelovigen hebben de Geest van Christus ontvangen, waardoor ze de zonde kunnen weerstaan en in eenheid kunnen leven met allen die ‘in Christus’ zijn, ongeacht afstamming, sociale positie of geslacht.
Stijl
Galaten is een brief met veel lange zinnen en theologisch taalgebruik. Het is ook een felle brief. Opvallend is onder meer dat aan het begin een dankwoord ontbreekt, tegen Paulus’ gewoonte in om aan het begin van een brief te schrijven dat hij God dankt voor de geadresseerden (zie bijvoorbeeld Romeinen 1:8-15).