Amos: datering
Amos is één van de oudste profetenboeken uit de Bijbel.
Tijd van Amos
In het opschrift worden de koningen Uzzia en Jerobeam genoemd. Dat dateert het optreden van Amos in het midden van de achtste eeuw voor Christus (760-750).
Jerobeam II regeerde meer dan veertig jaar en breidde het gebied en de macht van Israël sterk uit (zie 2 Koningen 14:23-29). Aan deze tijdelijke bloeiperiode kwam een einde door de veroveringen van de Assyriërs, die tot de ondergang van het noordelijke koninkrijk leidden. Aan het einde van de achtste eeuw werd Israël een Assyrische provincie.
Redactionele bewerking
De tekst in zijn huidige vorm is waarschijnlijk gegroeid rond een kern van uitspraken van de profeet Amos zelf.
Het lange proces van redactionele bewerking moet ongeveer tweehonderd jaar hebben geduurd. Het is waarschijnlijk afgerond na de Babylonische ballingschap door een redacteur uit Juda. Dat is onder andere te zien aan de afsluitende heilsprofetieën in Amos 9:11-15. Deze laatste verzen veronderstellen immers de ballingschap. En de verwijzing naar het koningschap van David is een teken van de hoop op het herstel van het ongedeelde koninkrijk. Dat sluit niet aan bij de situatie in de rest van het boek.
Twaalf profeten
Het boek Amos is een van de twaalf kleine profeten. De twaalf boeken zijn vermoedelijk in de vierde of derde eeuw voor Christus bij elkaar gevoegd tot het zogenoemde Dodekapropheton, het Twaalfprofetenboek.