2 Korintiërs: opbouw
De tweede brief aan de Korintiërs is een van de meest persoonlijke brieven die Paulus geschreven heeft.
Korte inhoud
De tweede brief aan de Korintiërs begint met een redelijk standaard openingsformule met afzender, geadresseerden en een groet.
Vervolgens gaat het in 2 Korintiërs 1:15 – 2:13 over diverse problemen, zoals over de gewijzigde reisplannen en het straffen van degene die Paulus verdriet heeft gedaan.
Meestal wordt 2 Korintiërs 2:14 – 7:4 gezien als Paulus’ verdediging van zijn apostelschap, maar de tekst kan niet los gezien worden van zijn bedoeling om de relatie met de Korintiërs te herstellen.
In de hoofdstukken 8 en 9 spoort Paulus de Korintiërs aan om gul bij te dragen aan de collecte voor de gemeente van Jeruzalem.
In 2 Korintiërs 10:1 – 13:10 probeert Paulus op felle toon de Korintiërs te overtuigen zich van de schijnapostelen af te keren.
In 2 Korintiërs 13:11-13 eindigt Paulus zijn brief met een groet en de standaardzegen, die nu nog steeds in kerken gebruikt wordt.
Opbouw
1:1-1:11 | begin van de brief |
1:12-14 | intentie van de brief |
1:15 – 2:13 | bespreking van diverse problemen |
2:14 – 7:4 | Paulus’ verdediging van zijn apostelschap |
8 – 9 | oproep om bij te dragen aan de collecte |
10:1 – 13:10 | oproep om afstand te nemen van schijnapostelen |
13:11-13 | slot van de brief |