Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
11 mei 2022

Een nieuw werk van barmhartigheid

op weg met de NBV21

In de blogserie Op weg met de NBV21 vertellen bekende Bijbellezers uit Nederland en Vlaanderen wat heeft de NBV21 hen te zeggen heeft voor het leven en werk.

Door Christien Crouwel

‘Wat heeft de NBV21, de vernieuwde Nederlandse Bijbelvertaling, je te zeggen voor vandaag?’ Christien Crouwel kreeg in oktober de NBV21 aangeboden door het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG). Haar spreekt Matteüs 25 aan: een hoofdstuk met tegengif tegen de afrekencultuur van deze tijd.

Ik had honger en jullie gaven Mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op, Ik was naakt en jullie kleedden Mij. Ik was ziek en jullie bezochten Mij, Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe.

Matteüs 25:35-36

Matteüs 25 is een bekend hoofdstuk uit het Nieuwe Testament. Daar vind je de zogenaamde ‘werken van barmhartigheid’. Die worden vaak genoemd als het gaat over de vraag hoe we, concreet, anderen zouden kunnen helpen. Maar wat kun je met een opdracht als ‘de naakten kleden’ als je leeft in een deel van de wereld waarin de meeste mensen meer kleren in de kast hebben hangen dan ze nodig hebben? Kunnen wij, in het aangeklede westen, dit werk van barmhartigheid op een andere manier begrijpen dan in de letterlijke betekenis?

Schaamlapjes

Wie de Bijbel openslaat, leest al in het derde hoofdstuk hoe Adam en Eva schielijk schortjes van vijgenbladeren aanschieten nadat ze ontdekt hebben naakt te zijn. Dat was hen vóór het eten van de verboden vruchten nog niet opgevallen. Met opzettende kou had dat dus niets te maken. Met schaamte des te meer. God kijkt echter dwars door hun schaamlapjes heen en leest hen de les: Adam zal voortaan moeten zweten voor zijn brood en Eva zwoegen bij het baren.

Maar na die donderpreek gebeurt er iets onverwachts. Opeens laat de Eeuwige zich van zijn zorgzame kant zien:

‘God, de HEER, maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenvellen en trok hun die aan.’

Genesis 3:21

Je ziet het bijna voor je: met goddelijke naald en draad rijgt de Ene dierenhuid aan dierenhuid tot twee passende kledingstukken. Die trekt Hij zijn schepselen aan, zoals ouders hun kleine kinderen aankleden. Alsof Hij daarmee zegt: ‘Laten we wat jullie gedaan hebben nu maar toedekken. Ik kan jullie schaamte daarover niet wegnemen, maar zal die bedekken.’

Imperfecties barmhartig benaderen

Kunnen we ‘de naakten kleden’ ook zo verstaan? Dat we beseffen dat we allemaal minstens zo naakt als Adam en Eva zijn, met onze imperfecties en onze menselijke, al te menselijke hebbelijkheden? Daar wil ik wel een lans voor breken. Dat zou betekenen dat we meer geduld voor elkaar opbrengen en niet bij het minste of geringste in de hoogste gordijnen klimmen. Dan tellen we, na een domme tweet van iemand, eerst even tot tien in plaats van een emmer haatspraak over diegene uit te storten. En dan starten we geen burenruzie als onze buurman zijn schutting per ongeluk twee centimeter over onze erfgrens dreigt te plaatsen.

De ‘naakten kleden’ krijgt zo de betekenis: elkaar het voordeel van de twijfel gunnen. Dan hangen we de ander een echte mantel van liefde om. Geen mantel die fouten verdoezelt en toedekt wat het daglicht niet verdragen kan, maar één die ‘het kwade niet aanrekent.’ (1 Korintiërs 13:5). Die mantel is geweven van ‘warmhartigheid’. Want zulke mantels passen altijd. Ook zonder elkaar de maat te nemen.

Christien Crouwel
Algemeen secretaris Raad van Kerken in Nederland

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.17.10
Volg ons