Hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Want het leven is meer dan voedsel en het lichaam meer dan kleding. Kijk naar de raven: ze zaaien niet en oogsten niet, ze hebben geen voorraadkamer en geen schuur, het is God die ze voedt. Hoeveel meer zijn jullie niet waard dan de vogels! Wie van jullie kan door zich zorgen te maken één dag aan zijn levensduur toevoegen? Als jullie dus zelfs het geringste al niet kunnen, waarom maken jullie je dan zorgen over de rest? Kijk naar de lelies, kijk hoe ze groeien. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zoveel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? Ook jullie moeten je niet druk maken over wat je zult eten en wat je zult drinken, jullie moeten je niet door zorgen laten kwellen. De volken van deze wereld jagen die dingen na, maar jullie Vader weet dat je ze nodig hebt. Zoek liever zijn koninkrijk, en die andere dingen zullen je erbij gegeven worden. Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie in zijn goedheid het koninkrijk geschonken.
Verkoop je bezittingen en geef het geld aan de armen. Maak voor jezelf een geldbuidel die niet verslijt, een schat in de hemel die niet opraakt, waar een dief niet bij kan en die door geen mot kan worden aangevreten. Waar jullie schat is, daar zal ook jullie hart zijn.